Lijstjestijd: 2014 voor Max De Moor

door Max De Moor

St. Vincent

Max maakte een de max lijstje met een maxi-uitleg erbij. Hieronder lees je alles.

Alvorens naar de aftelling over te gaan, even terugblikken aan de hand van vijf vaststellingen.

Vaststelling nummer één: 2014 > 2013. Op Laura Marling, Lorde en Beyoncé na, zijn er weinig platen uit 2013 die ik vandaag nog beluister. Een glazen bol heb ik niet, maar ik durf te wedden dat het volgend jaar anders zal zijn.

Vaststelling nummer twee: waar zijn die debutanten? Oké, FKA Twigs is er eentje om U tegen te zeggen, maar na Chet Faker en een eervolle vermelding voor het ondergewaardeerde synthpop-trio Ballet School is het een opvallend kale reis dit jaar.

Vaststelling nummer drie: artiesten met wie het op vorige platen maar niet wilde klikken staan plots in mijn lijst te pronken. Dit jaar geen ‘zzz’ tijdens Real Estate, ‘meh’ voor Sharon Van Etten en ‘???’ bij St. Vincent, in tegendeel. Helaas gingen die nieuwe vrienden een beetje ten koste van oude. Bij deze, welgemeende excuses aan Wild Beasts en EMA. Ik beloof jullie laatste in het komende jaar vaker te beluisteren!

Vaststelling nummer vier: so much to do, so little time. Run The Jewels, A Sunny Day In Glasgow, Sun Kill Moon, Marissa Nadler en Arca mogen nog bezoek verwachten, maar helaas, voor dit lijstje zit het er niet in.

Tot slot, vaststelling nummer vijf: liberté, égalité, BEYONCE. Haar verrassingsplaat kwam te laat voor de eindejaarslijsten van 2013 en te vroeg voor 2014. Whatever. Beyoncé staat daar boven. En ik moet lachen terwijl ik dit schrijf, want had je mij iets meer dan een jaar geleden verteld dat ik zou meedoen aan het ‘Beyoncé über alles’-discours, ik had je niet geloofd. Goddelijk mooie vrouw, sterke stem, een paar toffe singles en een leuke zus, niet meer, niet minder. Stiekem hoopte ik wel op een popdiva met een oprecht gedurfd en vernieuwend album, één waarvan de losse nummers minstens even belangrijk zijn als de singles, maar dat leek wel een vreemd voorrecht van hun mannelijke tegenpolen, Kanye West voorop. Van Lady Gaga mochten we het alleszins niet meer verwachten. En toen … deus ex Beyoncé! Taylor Swift volgde – hoewel gezegd moet worden dat zij altijd al vanuit een albumgedachte werkte -, en ook Nicki Minaj schijnt het spel tegenwoordig serieus te willen spelen. De volgende? Looking at you, Rihanna.

Dat allemaal gezegd zijnde, tijd voor mijn persoonlijke top 10!

10. Hundred Waters – The moon rang like a bell

Wanneer ongeveer iedere band op podium vergezeld wordt door een laptop en synthesizer, klinken weinig muziektermen vandaag zo redundant als ‘indietronica’. Toch haal ik hem graag nog een keer boven voor Hundred Waters, die qua sound herinneren aan de – bij gebrek aan een betere omschrijving – ‘organische’ elektronica uit de jaren 2000. De echo’s van onder andere ‘The album leaf’ krijgen bovendien een etherisch kantje door het ijle gezang van zangeres Nicole Miglis en dat levert een bezwerend plaatje op. Ik kan in elk geval met enige zekerheid zeggen dat ik een aantal thesispagina’s te danken heb aan ‘The moon rang like a bell’.

9. Chet Faker – Built on glass

‘Built on glass’, het debuut van Chet Faker, is zonder twijfel de warmste plaat van het jaar. Druk in eender welke situatie op de playknop en je krijgt gezelligheid x1000. Het is van het jazzy begin naar het ‘other side of the record’-intermezzo tot die perfecte imperfecte saxofoonsolo in ‘Lesson in patience’ telkens weer volop genieten. Met ‘Talk is cheap’ heeft de Australiër bovendien één van de mooiste popsingles van het afgelopen jaar op zijn conto.

8. Sharon Van Etten – Are we there

Elk jaar is er wel een artiest die zijn of haar hart uitsnijdt en bloedend serveert op een bord met een plukje peterselie ernaast. Op het gevaar af als sadist versleten te worden*, zulke albums eindigen meestal in mijn lijstje. Dit jaar gaat de Michelinster der Hartzeer naar het meeslepende break-up-album van de Amerikaanse Sharon Van Etten. “Break my legs so I won’t walk to you / Cut my tongue so I can’t talk to you”. Catharsis of niet, het blijft slikken. Fantastisch mooie videoclip ook.

*Om mogelijke beschuldigingen te weerleggen: voor het wauwelende gehuil van Lykke Li heb ik bijvoorbeeld weinig begrip.

7. The Antlers – Familiars

Even een misvatting uit de weg ruimen: ‘Hospice’ is niet het meesterwerk van The Antlers. ‘Het meesterwerk’ bestaat niet en zal er misschien ook nooit komen. Wat wel vaststaat is dat de jongens uit Brooklyn opeenvolgend drie absolute parels op de wereld loslieten. Doorbraakalbum ‘Hospice’ was een barstende etterbuil vol emoties, maar op hun volgende, ‘Burst Apart’, vond het drietal focus en een iets lichtere (lees: meer luisterbare) toon. Die gerijpte schrijfvaardigheden zijn ook hoorbaar op de nieuwste, ‘Familiars’, waar de muziek vrijuit meandert zonder ooit de weg te verliezen. Laat u meedrijven en u zal gezalfd aan wal komen.

6. Real Estate – Atlas

Soms zijn er platen die je in alle opzichten goed zou moeten vinden en toch lukt het niet. ‘Days’, de doorbraakplaat van Real Estate, was er voor mij zo één. Siberisch koud liet het me. Geen idee dus waarom het met ‘Atlas’ dan wel zo goed klikt. Aan de formule is namelijk weinig tot niets veranderd: gitaarmuziek, zo fris als een lentebries. Wat de muziek zo speciaal maakt is ook moeilijk uit te leggen, maar onze collega’s van Stereogum kwamen in hun eindejaarslijst wel erg dichtbij: “My wife and I bought a house this year, and whatever domestic tasks we undertook – painting the living room, weeding the garden, chilling on the deck with friends – this album’s gorgeous nuances proved to be the ideal soundtrack. Is that lame? Maybe. Bourgeois? Almost certainly. It was also beautiful.” Word.

5. FKA Twigs – LP1

Zo volleerd en eigenwijs worden ze zelden gemaakt, meneer. Meisjes, mensen, popsterren. FKA Twigs, meneer. Werkelijk alles klopt: de muziek, het artwork, de videoclips, de live performance, de visie. FKA Twigs moet je zien, horen en voelen. Het doet echter snel vergeten dat ‘LP1’ helemaal geen makkelijke hap is. De plaat luisteren is het konijnenhol van Alice in Wonderland inspringen. Twigs heet je welkom in een wereld die bevreemdt, soms irriteert, maar bovenal intrigeert. Met elke sprong in het hol vind je een nieuw puzzelstukje, maar maak je geen illusies, het volledig snappen zal je nooit doen.

P.S. Terwijl een eerste langspeler te vaak bestaat uit een ‘best of’-compilatie van EP’s, aangevuld met een single en wat opvulnummers, bevat ‘LP1’ geen enkel nummer uit de even schitterende EP’s. Il faut le faire! (en hoe veelbelovend is dat?!)

4. The War On Drugs – Lost in the dream

Nooit gedacht dat The War On Drugs een rasechte papaplaat zouden maken. Oké, ‘Best night’ en ‘Come to the city’ uit voorganger ‘Slave ambient’ overtuigden mij in 2011 al om het album onder de kerstboom te leggen voor my old man. En toch… eentje voor alle papa’s? Ik zag het niet gebeuren, ondanks de invloeden van opa Bob, ome Neil en boss Springsteen. Met ‘Lost in the dream’ bloeide de songschrijver in frontman Adam Granduciel echter volledig open en daar haalt de band voordeel uit. De breed waaierende gitaarsolo’s brengen nu écht wind in de zeilen, rechte koers vooruit in hart en hoofd van de luisteraar. En als je weet dat Wilco en The National tegenwoordig gerekend worden tot het smalende ‘dad rock’-genre, dan is dat eigenlijk gewoon een manier om te zeggen: bestemming bereikt.

3. St. Vincent – St. Vincent

Alleen al op basis van haar nieuwe look wist je dat deze St. Vincent ging schitteren. Met haar fonkelwitte haren en strenge blik houdt ze het midden tussen een engel en een machtige heks, die haar toverstaf heeft ingeruild voor de gitaar. Ook de muziek is onbeschaamd intellectueel, zonder ooit het plezier uit het oog te verliezen. Tegendraadse ritmes worden onderbroken door felle hooks, terwijl hare heiligheid argeloos literaire referenties dropt met een vleugje maatschappijkritiek. Popliefhebbers kirren van plezier en studenten taal- en letterkunde denken dansend een thesis te kunnen schrijven. Expeliarmus. Iedereen in de ban.

2. Perfume Genius – Too bright

“A round of applause for nerve. Cause with ya’ll vicious motherfuckers, it do take nerve!” Aan het woord is niet Mike Hadreas van Perfume Genius, maar Junior LaBeija, de snedige MC uit de flamboyante documentaire ‘Paris is burning’. Hij wijst er tijdens één van zijn vurige speeches terloops op dat het verdomme veel moed vereist om in drag het podium te betreden. Het citaat valt ook te betrekken op Perfume Genius. Met zijn eerste twee langspelers liet hij zo diep in zijn getraumatiseerde ziel kijken dat het soms ongemakkelijk werd. Daar is durf voor nodig, laat staan dat het een teken van zwakte zou zijn. Zo verrassend is het dus helemaal niet dat het genie op zijn derde plaat militant uit de hoek komt. Daarom: journalisten die nog één keer een artikel denken te schrijven met als titel een variatie op ‘BREAKING: Perfume Genius is géén gebroken vogeltje’, mogen hun ganzenveer diep in hun eigen achterste stoppen.

Akkoord, op ‘Too bright’ klinkt Perfume Genius zelfzekerder dan ooit, maar zelfhaat is nog steeds alomtegenwoordig. De twee meest geciteerde lyrics zijn exemplarisch. “I wear my body like a rotten peach” staat op het eerste zich in schril contrast met het intussen licht legendarische “No family is safe, when I sashay”. De tegenstelling is echter logisch, menselijk zelfs. Wanneer je ongewild bent, moet je je tegenstanders de rug toekeren om te overleven. Dat weegt even zwaar als het oplucht.

Je ziet het ook in de liveperformance. De podiumschuwe Hadreas dwingt zichzelf om de piano als schuilplaats te verlaten. De dreigende, diva-achtige danspassen die erop volgen zijn overduidelijk performance, maar net die spanning tussen willen en zijn maakt het zo effectief. Wanneer hij dan de woorden “No family is safe, when I sashay” zingt is dat evenveel uit overtuiging, als om zichzelf te overtuigen. De motivatie die hem achter die piano weghaalt, beweegt hem ook om met elk album nieuwe nuances bloot te leggen, zowel muzikaal, als thematisch. Zo ontroert het rijpingsproces van de artiest even sterk als zijn liedjes.

1. Angel Olsen – Burn your fire for no witness

 Verrassing! Het meisje met de mooiste albumtitel van het jaar maakte naar mijn bescheiden mening ook de mooiste muziek. De mix van singer-songwriter met folk, country en occasioneel ook grunge valt nochtans bezwaarlijk origineel te noemen. Alleen vandaag al begeven Courtney Barnett, Waxahatchee en Sharon Van Etten zich in hetzelfde vaarwater. Toch doet Angel Olsen nog net iets meer. Het klinkt misschien simpel, maar is het niet. Er is te veel dat klopt: de rake lyrics, vocaal krachtig gebracht, subtiel samenspel – nooit een noot of instrument te veel – en bovenal, stuk voor stuk sterke, verslavende nummers, die onderling erg kunnen verschillen, maar mekaar op plaat vooral versterken.

Kortom, ze raakt me, keer op keer, en vandaag nog steeds even sterk als toen ze haar album in februari uitbracht. Langzaam, maar zeker laat Olsen steeds dieper in haar kaarten kijken. Tussen alle shit, eenzaamheid en rouw door berust de zangeres in de gedachte dat ze steeds zichzelf zal hebben. De titel wijst hier op, maar ook ‘Lights out’ is een hymne voor iedereen die nood heeft aan een beetje zelfbevestiging (ach kom, eerlijk zijn, dat overkomt iedereen). Wanneer dan op het einde de tearjerker ‘Windows’ weerklinkt –“won’t you open a window sometime / what’s so wrong with the light”- heeft dit vooral een helend effect. Even huilen, en hop, de hort weer op. Angel Olsen is je coach, therapeut en ook dat cliché warm dekentje aan het knisperend haardvuur, dat steeds in muziekrecensies opduikt.

Volg Max op Twitter