070 Shake brengt autotuneraps op automatische piloot met debuut ‘Modus vivendi’

door Tobias Cobbaert

De eerste kennismaking met 070 Shake kwam voor velen in de vorm van haar verse op Kanye’s ‘Ghost town’. Haar triomfantelijke ode aan de vrijheid en het handen op fornuizen leggen wist heel wat muziekliefhebbers meteen in te pakken. Met ‘Modus vivendi’, haar eigen debuutplaat, mag ze nu bewijzen dat haar mix van zwoele r&b en geautotunede emorap ook op zichzelf kan overtuigen.

Of dat gelukt is? Het resultaat is wisselvallig. De grootste boosdoener hier zijn de teksten, die al te vaak in de emorap-valkuil van de vaagheid trappen. Er worden vage beelden geschetst van eenzaamheid, verdriet en ongeluk in de liefde, maar veel verder dan een paar platitudes wordt er doorgaans niet nagedacht. Daarnaast worden weinig poëtische zinnen als “I want to get high” soms tot vervelens toe herhaald, wat eerder vervelend dan sfeerverhogend gaat werken. Zo voelt de plaat al te vaak aan als een tumblrpagina uit de nillies die op 808-bassen gezet is.

Ook muzikaal zit het niet altijd mee. De plaat opent met ‘Don’t break the silence’, een korte weemoedige intro die nog niet zo veel prijsgeeft. Niets mis mee, een atmosferische opener kan erg goed werken om de toon te zetten. Het probleem is dat meteen daarna ‘Come around’ komt, een nummer waarop de synths luider worden maar dat voor de rest een even structuurloos niemendalletje is en eerder als een tweede intro aanvoelt. Ook volmaaktere tracks als ‘Rocketship’ en ‘Microdosing’ vertrekken wel vanuit goeie ideeën, maar doen er te weinig mee waardoor het allemaal een beetje melancholische eenheidsworst wordt.

Op haar best bewijst 070 Shake nochtans dat ze wel degelijk goeie nummers kan schrijven. ‘Morrow’, het eerste echte nummer na de twee intro’s, is een mooi sfeerstukje nummer waar haar rokerige stijl volledig tot z’n recht komt. Eighties throwbacks zijn ondertussen eigenlijk al een cliché geworden, mar de manier waarop dit tijdperk opgeroepen wordt in ‘Guilty conscience’ zorgt voor een aangename afwisseling in het geheel. Hoogtepunt is ‘Terminal B’, waarop de combo van de aanzwellende synths en Shakes passionele zanglijnen voor een intense climax zorgen. Op de beste momenten is de vibe sterk genoeg om de melige teksten bijzaak te maken waardoor ze minder gaan storen. Hoe matig de schrijfsels ook mogen zijn, des te passioneler worden ze gebracht. Shakes rauwe stem en emotionele delivery, die tussen rappen en zingen ligt, zijn ongetwijfeld de grootste sterkte van haar muziek.

‘Modus vivendi’ is voornamelijk een plaat geworden met enkele losse hoogtepunten die we afzonderlijk zeker in onze playlists zullen verwerken, maar als totaalervaring is het iets te vaak “net niet”. Wel zullen we 070 Shake blijven volgen, want op de beste momenten toont ze dat ze wel degelijk wat in haar mars heeft, en een volgend album zou zomaar eens op al haar sterke punten kunnen focussen en zo een veel uitgebalanceerder geheel kunnen worden.