Alexandra Savior maakt van eigen hout pijlen op ‘The archer’

door Nina van den Broek

Het jaar 2017: het lijkt alsof het gisteren was, maar met de decenniumwisseling achter de kiezen toont het toch ook ver weg. Voor een opvolger van een debuutalbum zijn drie jaren tevens niet al te mager, al is het Alexandra Savior vergeven; wie 21 is bij haar debuut, heeft misschien wel nood aan drie jaar soul searching. En vooral: wie eerst bij het handje wordt gehouden door Alex Turner en een plaat uitbrengt die klinkt als de zijne, wil misschien even tijd nemen om op zoek te gaan naar een eigen sound.

Niet dat ‘Belladonna of sadness’ niet te smaken viel. Het welklinkende retrogeluid met Bond-allures zorgde ervoor dat enkele nummers instant in onze Spotify-favorieten gedropt werden. Maar dat opper-Monkey Turner zijn stempel als co-producer en -songwriter zo zwaar had doorgedrukt dat we na het laatste nummer nog geen idee hadden of Savior nu meer was dan een gelegenheidszangeres of niet, deed toch wat afbreuk aan het geheel. Al is het een kunst Turners crooner zo feilloos te imiteren, het rauwe, innemende talent van het archetypische meisje-met-de-akoestische-YouTube-covers uit Oregon moest naast een uitstekende kopieer- toch ook over een evenwaardige printfunctie beschikken.

Tot zover de hoge verwachtingen. ‘The archer’ opent alvast in die hoopvolle lijn; ‘Soft currents’ klinkt frisser, ondanks de zware tekstuele teneur. “Seven years, I’ve had seven years of bad luck”, zingt Savior. Het is echter niet allemaal kommer en kwel. Savior is ouder, wijzer en weet hoe te berusten in het soms bijtende leven: “My fate is at the hand of my mistakes/And that’s alright”. Ook op andere vlakken vond ze vrijheid. Niet meer gebukt onder het juk van Turner splijt Savior nieuwe, en vooral hogere en helderdere stemregisters open. Tegen het plafond van de kamer waarin ze zingt hangt geen dikke laag sigarettenrook meer, de stoel waarop ze zit is niet meer omgeven door floeren behangpapier, de lippenstift is van de glazen gewassen. 

De lucht is helder, en ook de woestijnrock van weleer lijkt ver weg. Toch duurt het niet lang voor we een zandstorm aan westerngitaartjes op ons af zien komen. ‘Saving grace’ doet opnieuw denken aan het vertrouwde geluid op ‘Belladonna of sadness’, met alweer dat ene verschil: Saviors stem. Die creatievere omgang met de inhoud van haar strottenhoofd in combinatie met haar gevoel voor songwriting – het vermoeden dat ze Turner niet nodig had, is nu helemaal bevestigd – is exact waar we op hoopten. Nogmaals: de stijl op Saviors debuut was bekoorlijk. Nu ze die ook volledig de hare maakt, is er van kopiekritiek nog weinig sprake.

Integendeel zelfs, want Savior vindt op ‘The archer’ nieuwe inspiratie in andere muziekgenres. Haar zelfverklaarde muzikale invloeden verraden welk genre dat is: r&b. Op ‘Send her back’ haalt ze voor het eerst de koperblazers boven, en laat ze haar stem in de diepte rollen. Niet slecht, al blijft het – vooral op het niveau van de backings – redelijk braafjes. ‘But you’ heeft dan al heel wat meer soul om het lijf. De aanzwellende intro kent een hoger Bond-gehalte dan alle songs op ‘Belladonna of sadness’ samen, de r&b-pianootjes zijn het ijs in de martini. Het titelnummer wordt verkoeld door dito percussie, en is een uitstekende afsluiter.

Er staat eigenlijk geen slecht nummer op Alexandra Saviors tweede. Ook songs die snel uit het gehoor verdwijnen zoals het melancholische ‘Can’t help myself’, blijven bij het luisteren altijd weer verrassen en ontpoppen zich na een tijdje tot favoriet. Dat bovengenoemde track (en elders soms ook) nogal sterk aan Lana Del Rey doet denken, is daarbij vergeven. Absoluut hoogtepunt is waarschijnlijk single ‘Howl’, een alternatieve popsong met bescheiden hitpotentieel én stevige lyrics. Handsome dictator/Of my crimes/I can’t tell if they’re yours/I can’t tell if they’re mine”, verklankt Savior haar manipulatieve geliefde. Het hartenbreekthema wordt veelvuldig uitgediept op ‘The archer’, maar gaat verder dan het clichébeeld van de vrouw die met uitgelopen mascara in dat rokerige café van weleer van een cocktail zit te slurpen. Op ‘The archer’ is de mascara waterproof en de bloody mary voorzien van extra veel tabasco.

Wij hebben er nooit aan getwijfeld dat Savior het ook wel kon zonder Turner. De criticasters die dat wel deden, krijgen met ‘The archer’ het tegenbewijs aangeboden op een zilveren schoteltje. Een nieuw label en een nieuwe producer deden de voormalige protégé van de meest moderne Britse crooner openbloeien; ze klinkt frisser, eigener en brak uit de rol van Amerikaanse die Brits probeer te klinken. Kortom: ‘The archer’ mist haar doelwit niet. Met slechts 24 jaar op de teller, zal Alexandra Savior vast nog vaker raak schieten.