Alkerdeel speelt met de natuurelementen op ‘Slonk’

door Bert Scheemaker

Dat we hier in België niet vies zijn van wat zwaardere muziek is ondertussen algemeen geweten. De Vlaamse klei in het bijzonder blijkt een uitstekende grond voor het ontginnen van de eerder zwaardere metalen. Deze keer in het de beurt aan Alkerdeel om zich te bewijzen. Al is dat misschien niet echt nodig na de excellente run die ze er al op hebben zitten. Met ‘Slonk’ zijn ze aan hun vierde langspeler toe in dik tien jaar. Na het gesmaakte ‘Lede’ van een jaar of vijf geleden is de opvolger er nu eindelijk. En met een grote 30 minuten is het het kortste album van de band tot nu toe. Maar daarom nog niet het minst krachtige.

De traditionele mengeling van black metal, sludge en doom is hier echter ietwat aangepast. De slinger slaat nu vooral door richting de black metal en dat zorgt voor een frisse bries in hun muziek. Voor zover stevige riffs, vocale uithalen en eindeloos gedonderd als een frisse bries kunnen bestempeld worden althans. Het is om duimen en vingers van af te likken, dat alvast. De band uit het Meetjesland, tussen Brugge en Gent, mag dan tussen albums in een diepe slaap verzinken, eens ze wakker worden is er geen ontkomen aan.

Slechts vier nummers telt ‘Slonk’. ‘Vier’, ‘Eirde’, ‘Zop’ en ‘Trok’. Dialect voor vuur, aarde, water en lucht. Of het nu verwijst naar de reeks ‘Avatar: the last airbender’ of naar het ‘Bernini mysterie’ van Dan Brown laten we in het midden, maar als thematiek kan het wel tellen. De geschiedenis staat vol van die elementen. Wie zich wil verdiepen in de relatie tussen symboliek, symmetrie en black metal, doe gerust, maar onze focus ligt op de muziek. Het dertien minuten tellende openingssalvo ‘Vier’ is meteen een ferme binnenkomer. Een loodzware geluidsmuur wordt opgetrokken en in de verte horen we echo’s van de grootmeesters van Amenra. Alkerdeel drukt echter zijn eigen stempel op het geluid, niet in het minst door de stem van Pede die het nummer naar een hoger niveau tilt. Het haar komt overeind op onze armen en zelfs een beetje in onze nek.

Het wordt er niet rustiger op. ‘Eirde’ gaat verder waar ‘Vier’ gestopt was. Hard tegen onzacht, kaakslagen voor de luisteraar en striemen die op je ziel achtergelaten worden. Kortom, black metal zoals we ze graag hebben. Alkerdeel blijkt eveneens een goeie voeling ontwikkeld te hebben voor hoe je een album opbouwt. Na al het geweld dat er door onze strot geramd werd in de eerste twintig minuten is er een relatieve rustpauze met ‘Zop’. Nog steeds is het geen muziek voor in ‘De afrekening’, al is er meer ruimte voor iets wat meer naar ‘rock’ neigt dan naar muziek die de katten uit de buurt de stuipen op het lijf jaagt.

Afsluiter van dienst is ‘Trok’, een laatste uppercut. En nog een laatste maal een staalkaart van waar Alkerdeel anno 2020 voor staat. Hoogwaardige black metal met hier en daar een stevige dosis sludge. Bovenal is ‘Slonk’ een totaalervaring. De band heeft ruim de tijd genomen bij het schrijven van het album. ‘Slonk’ is doordacht, uitgewerkt en uitgepuurd. De band heeft zijn eigen sound met succes verfijnd. Radiovriendelijk zullen ze nooit worden, noch moeten ze dat. Geschikt voor een breed publiek zijn ze evenmin. Maar wie al eens graag groggy wordt geslagen door de betere metal van eigen bodem, is met ‘Slonk’ wel eventjes zoet.