‘Always ascending’ van Franz Ferdinand: glitterballen en pretlichtjes

door Joris Blondeel

De donkerste winter sinds mensenheugnis? Bakken ellendige neerslag, stapelwolken en nog steeds geen streepje zonneschijn te bekennen? Ons hoort u alvast niet klagen over winterdepressie. Sinds we herhaaldelijk luisterden naar het nieuwe Franz Ferdinand-album hebben we zelfs die veel te dure vitamine-D ampules terug in de kast gestopt. Moest u het nog niet door hebben; we vinden ‘Always Ascending’ een behoorlijk fijn plaatje, bijwijlen zelfs een leuk feestje én altijd bruikbaar voor het opdirken van mentale schommelingen, schijndode werkomgevingen, saaie pendeltrajecten én overbevolkte festivalweides.

Dit is trouwens de eerste echt nieuwe Franz Ferdinand-release in vijf jaar tijd. ‘Right thoughts, right words, right action’ dateert al van 2013 en ‘FFS’ –uitgebracht in 2015- was slechts een (overigens behoorlijk geslaagde) tijdelijke samenwerkin, zeg maar supergroep, met de kranige veteranen van Sparks.

Toegegeven, anno 2018 zal Franz Ferdinand niet onmiddellijk nog eens een nieuwe wereldoorlog ontketenen. De Orange Juice-gitaarriedeltjes, de catchy breaks, de gevatte teksten met bijhorende achtergrondkoortjes, de aanstekelijke –aan A certain ratio schatplichtige- grooves; we hebben ze allemaal al eens gehoord op één van de vele andere plaatjes van Franz Ferdinand. Maar laat dat compulsieve originaliteitscriterium vooral de pret niet drukken. ‘Always ascending’ is immers opnieuw gewoon een ongecompliceerd knap en geestig album dat bewijst dat de band ook na het vertrek van gitarist Nick Mc Carthy nog heel wat potentieel én vooral ook bakken speelplezier in stock heeft. Die laatste werd trouwens gelijk vervangen door twee nobele onbekenden (Dino Bardot en Julian Corrie), waarvan eentje zéér verdienstelijk en nadrukkelijk aanwezig in het totaalgeluid mocht stoeien met synths en keys.

Net die nummers, waar men hoegenaamd niet scheutig omsprong met sequences en toetsen, vonden wij duidelijk eigentijdser en frisser dan de rest. Hierbij denken we spontaan aan de aanstekelijke, vooruitgeschoven disco-stamper ‘Feel the love go’ (alleen jammer van die schreeuwlelijke uithalen met een saxofoon in het laatste stuk), het groovy synthpop-sprookje ‘Lois Lane’ of de moddervette titeltrack’, waarbij vocalist Alex Kapranos in de intro trouwens laat horen dat hij kan croonen als Frank Sinatra. Echte minpunten hebben we trouwens niet gehoord op dit album. ‘The academy award’ of  het verdacht ABBA-achtige ‘Glimpse of love’ waren misschien iets te veel ‘middle-of-the-road’, doch nog steeds een eind verwijderd van de pijngrens.

Kortom, een fijn, evenwel niet wereldschokkend plaatje. Heerlijk amusant, maar ook duidelijk intelligent en vlot verteerbaar én dus altijd meer dan welkom in een grauwe wereld met smeltende ijskappen, onfrisse demagogen en religieuze fanatici.