Andy Stott weet niet altijd te kiezen op ‘Never the right time’

door Daan Leber

Andy Stotts muziek beschikte altijd al over geestachtige kwaliteiten, maar op zijn nieuwe album ‘Never the right time’ lijkt dit nog meer naar voor te schuiven. Of het aan de wereldwijde pandemie ligt, of gewoon een vervolgstap is in zijn steeds uitdijende sonische universum, blijft speculeren. Punt is wel dat opener ‘Away not gone’ precies gemaakt lijkt te zijn voor deze tijd. De track is vrij “leeg” van structuur, maar de melancholische gitaarakkoorden die weergalmen, geven auditief de leegte weer van dagen die in elkaar overvloeien.

Die meer songgerichte aanpak komt ook verder aan bod. Een grote factor daarin is vaste collaborator Alison Skidmore die op dit vijfde album voor het eerst ook als “officiële” feature wordt erkend. Haar ijle stem is de perfecte compagnon voor de unieke sound van Stott, zoals ze op de titeltrack bewijst. De beheerste bassen worden gecounterd door de zang, maar onderhuids broeit toch een spanning die niet meteen tot uiting komt.

Naarmate ‘Never the right time’ vordert, neigt Stott toch net iets meer naar iets wat eventueel in een club zou gespeeld kunnen worden, maar met wisselende resultaten. ‘Repetitive strain’ wekt meteen associaties op met hauntology-rave, ‘Don’t know how’ komt dan weer heel dicht bij een meer klassieke dub techno-sound. De androgyn bewerkte vocals van Skidmore (of zou het toch Andy Stott zelf zijn?) lijken evengoed afkomstig te kunnen zijn vanop een clubgerichte Nicolas Jaar-track.

‘The beginning’ en ‘Answers’ breken echter met het zorgvuldig opgebouwde geluidspalet dat ‘Never the right time’ onderscheidt van oudere albums. Hoewel Stott met bijvoorbeeld ‘Violence’ vanop ‘Faith in strangers’ al toonde dat hij ook bruusker werk kan uitbrengen, zorgen deze nummers voor een te harde breuk met de eerste helft van de plaat.

Helaas zorgt dat er ook voor dat de grijsgetinte ambient op ‘Dove stone’ meer als opvanger dient, dan dat het nummer op zichzelf tot zijn recht komt. Samen met afsluiter ‘Hard to tell’, vormt dit duo wel een soort sleutelmoment, dat echter “too little, too late” komt. Waar ‘Dove stone’ zich richt op instrumentale drone-ambient, komen alle elementen van Stotts sound samen op ‘Hard to tell’. Alison Skidmore neemt hier voor het laatst de spotlights in, terwijl de gitaren van ‘Away not gone’ hun terugkeer maken. Waar dat nummer volledig in het ijle leek te zweven, komt nu wel wat licht in de schemering met een troostende synthlijn en zacht stuiterende beats.

‘Never the right time’ is een logische uitbreiding in de discografie van Andy Stott, maar zijn beste werk is het niet. Mede door de keuze om de zachtere eerste helft niet volledig door te trekken, dreigt Stott ons even te verliezen. Gelukkig sluiten de afsluitende songs opnieuw aan bij de initiële melancholische sfeer, maar het sprankeltje hoop dat naar boven drijft, maakt dat we dit album toch op een lichtpositieve noot kunnen afsluiten.