Arab Strap puurt wonderlijke schoonheid uit al het lelijke van de maatschappij op ‘As days get dark’

door Kevin Bruggeman

‘I don’t give a fuck about the past, our glory days gone by’. Met deze intentieverklaring trapt Arab Strap de nieuwe plaat – hun eerste in zestien jaar – af in het onheilszwangere ‘The turning of our bones’. Het nummer is al maanden uit en is wat ons betreft een van de hoogtepunten van 2020. Nooit is Arab Strap dichter bij postpunk gekomen. Nooit hebben Aidan Moffat en Malcolm Middleton een sterker refrein weten te schrijven.

Sommige dingen veranderen ook na een 16-jarige pauze niet. Arab Strap bezingt de anomalieën van het leven. Drank, drugs en verwrongen seks. Wie zijn band naar een seksspeeltje noemt kan op dat gebied geen stap terugzetten. Arab Strap heeft dan ook afgezien in de lockdowns van 2020. ‘The day is disease, and night the cure’, klinkt het in ‘I was once a weak man’, dat het parlando inclusief Schotse tongval van Moffat koppelt aan een refrein dat zich hopeloos in je brein vastpint.

Zoals de albumtitel ‘As days get dark’ al aangeeft, is Arab Strap niet onverdeeld vrolijk op hun nieuwe plaat. Meer dan in het verleden klinkt de band onheilspellend en sinister. Zie in die context het fenomenale epos ‘Sleeper’, waarin een saxofoon en een flamencogitaarlijn een duister verhaal over een onbestemde treinreis en meerdere bezoekjes aan de bar van een warme gloed voorzien. Die schizofrenie is tekenend voor het hele oeuvre van Arab Strap. Een lach en een traan gaan steevast samen.

Nooit klonk Arab Strap meer gothic dan op ‘Here comes Comus’ (Comus is in de Griekse mythologie de god van de nachtelijke uitspattingen. Had ik geweten dat die bestond, ik was geen atheïst geweest). En het zwarte jasje staat hen goed en smaakt naar meer. ‘Fable of the urban fox’ haalt dan weer inspiratie uit dance, waar ‘Kebabylon’ een ontspoorde free jazz saxofoon toevoegt. Het is een ode aan de schoonmakers die de stad opkuisen op het moment waarop de cafés sluiten en iedereen zich op de geopende kebabzaken werpt. Sommige gewoonten zijn universeel.

Er zijn ook dingen die wél veranderen na een 16-jarige pauze. Moffat nadert intussen de 50, is getrouwd en heeft twee kinderen. Het is de leeftijd waarop je eerder melancholisch terugblikt dan actief deelneemt aan het grimmige leven-in-de-marge in Glasgow. Als er doorheen het werk van Arab Strap (en bij uitbreiding alles van Aidan Moffat) één rode draad is, dan is het dat de tristesse van de realiteit boven alles verheven is. Alleen heeft de tristesse op ‘As days get dark’ een zekere mildheid meegekregen. Dat klinkt zelfs aandoenlijk op ‘Another clockwork’s day’, als dat althans een adjectief is dat mag gebruikt worden bij een song over de mannelijke zelfbevrediging. Niets menselijk is Moffat vreemd. Afsluiter ‘Just enough’ klinkt zelfs berustend. ‘And we undress in only darkness, hide our bodies from the light. And we drink and we drug and we shake and we shrug’. Het hele universum van Arab Strap samengebald in een ontroerende epiloog.

 

De mildheid volgt grotendeels uit het rijkere instrumentarium, wat automatisch zorgt voor een minder rauwe sound dan waar Arab Strap over het algemeen voor staat. Er zijn strijkers te horen, de synthesizer krijgt een prominente rol en er wordt ook van elektronica gebruik gemaakt. Moffat en Middleton kijken nu veeleer als een buitenstaander met een mix van weemoed, angst en wanhoop de toekomst tegemoet en het verleden achterna. Tegelijk bewijzen ze glorieus dat ouder worden niet synoniem hoeft te staan voor verval. ‘As days get dark’ is een meesterwerk.