‘Aralkum’ van Galya Bisengalieva doet naar meer verlangen

door Martijn Bas

Een conceptplaat maken is niet voor de hand liggend – laat staan een conceptplaat over een milieuramp. Toch is dat hetgeen waar Galya Bisengalieva mee uitpakt met ‘Aralkum’ – en wat het nog indrukwekkender maakt, is dat dit haar langspeeldebuut betreft. De in Kazachstan geboren violiste die vanuit Londen opereert, heeft echter wel al heel wat ervaring achter de rug : zo leidt ze het prestigieuze London Contemporary Orchestra, dat al bijdrages leverde op onder meer ‘A moon shaped pool’ van Radiohead, een hele resem soundtracks waaronder de ‘Suspiria’-remake, en een track van Frank Ocean – geen al te misse cv dus.

Het opdrogen van het Aralmeer – een meer gelegen op de grens tussen Kazachstan en Oezbekistan – vormt het onderwerp op ‘Aralkum’. Het meer dat ooit behoorde tot de grootsten ter wereld, heeft door overvloedige irrigatie ten tijde van de Sovjet-Unie 90% van z’n water verloren, met grote nadelige gevolgen voor het milieu. Toegegeven – had de componiste een compleet ander verhaal aan deze plaat gehangen, had dit weinig verschil gemaakt in onze luisterbeleving. Deze muziek maakt hoe dan ook post-apocalyptische beelden los, ongeacht de context.

In tegenstelling tot de electronica-getinte ep’s die hieraan voorafgingen, komt op ‘Aralkum’ de violiste haar voorliefde voor ambient naar boven. Bisengalieva creëert beklemmende drones die je moeiteloos verplaatsen naar een bedorven woestenij, een sfeerbeeld dat versterkt wordt door strijkers en blaasinstrumenten te verweven in haar sfeerschepping. Het is daarom ook aan te raden dit album aandachtig te beluisteren met een goede hoofdtelefoon, zodat deze instrumenten duidelijk waar te nemen zijn en de muziek niet naar de achtergrond wordt verbannen. 

Thematisch deelt Bisengalieva haar album op in drie tijdstippen : het moment dat er nog geen sprake was van droogte, het tijdstip van de ramp in kwestie, en de toekomst. Hoewel de zes tracks qua sfeer zeer dicht elkaar aanleunen, blijkt die indeling zeker niet van de pot gerukt : bij elk nummer springt er wel een bepaald element in het oog die de componiste haar vertelling kracht bijzet. Zo trekken de slepende, elektronische beats van de openingstrack ons de onheilspellende duisternis in, om vervolgens in ‘Moynaq’ plaats te maken voor meer mysterie door de toevoeging van contrabasfluit – de dreiging is onmiskenbaar nabij.

Het is vooral de wisselwerking tussen elektronica en het neo-klassieke die de plaat boeiend weten te houden, en dat komt het meest tot uiting op hoogtepunt ‘Kantubek’. De track imponeert met diepe bassen en een fascinerend vioolstuk, gevolgd door ‘Barsa-Kelmes’ dat de spanning opdrijft met pulserend gedreun. Een klein beetje hoop dat alles goedkomt wordt ons geboden in de vorm van ‘Zhalanash’, waarin de fauna hoorbaar eventjes heropleeft. Met het obscure ‘Kokaral’ maakt de componiste ons echter duidelijk dat de dreiging nog steeds niet geweken is en concludeert ‘Aralkum’ op een teneergeslagen wijze.

Makkelijk is het niet om als componist op te vallen in de donkere uithoeken van het ambient-wereldje – vele artiesten lijken namelijk te mikken op dezelfde stemming. Galya Bisengalieva doet niets nieuws met het genre, maar weet zich toch te onderscheiden door de muziek ook emotionele bagage mee te geven. Tevens mag ze dankzij haar uiterst geslaagde mengeling van neo-klassieke drones en electronica ongegeneerd in een adem naast artiesten als Deaf Center en Loscil genoemd worden. ‘Aralkum’ is een straf debuut dat ongetwijfeld naar meer smaakt.