Tijdens z’n muzikale loopbaan heeft Alejandro Ghersi aka Arca zich nooit verstopt. Zijn queerness, extravagantie en ghetto gothic-stijl zijn al sinds een baanbrekende cover story voor The FADER heel erg openbaar en vormen reeds jaren een deel van de producer z’n muzikale identiteit. Toch voelt het alsof er op ‘s mans derde album geen ontkomen is aan zijn individu: de titel (simpelweg ‘Arca’), de close-up-foto op de albumhoes en de eigen vocals laten merken dat deze plaat een uiterst persoonlijke is. En wat voor een.
Hoewel ‘Arca’ geen grote stijlbreuk vertoont tegenover wat we op ‘Xen’ en ‘Mutant’ te horen kregen, zijn er toch zelden momenten waarop die specifieke sound naar boven komt. Niet geheel onlogisch zijn het de instrumentale nummers ‘Urchin’ en ‘Castration’ die het meest verwijzen naar het oude werk. Ze klinken net zo indrukwekkend als wat we gewend zijn geworden van de twintiger zijn output, maar voegen niet per se zoveel toe aan het verhaal dat de geluidskunstenaar hier probeert te brengen. Gelukkig coveren de andere liedjes dat meer dan genoeg.
Let vooral ook op het gebruik van het woord “liedjes”: voor het eerst krijg je het gevoel dat Arca ook in termen van losse nummers denkt en zich niet louter concentreert op het grotere geheel. Dat is niet per se een verbetering of zelfs een verslechtering, gewoon een droge vaststelling. Eén uitzondering moeten we in dit verband echter noteren en dat is ‘Whip’, een sterk anderhalve minuut durend staaltje sound design dat de zweep loslaat – een typische manier van Ghersi om een duister, seksueel getinte knipoog te brengen, om de verwachtingen over mooi en lelijk, en goed en slecht op de proef te stellen en om de luisteraar uit z’n comfortabele voyeuristische rol te sleuren.
Na zijn werk voor FKA twigs, Björk en Kelela smijt Arca zich op deze self-titled lp pas zelf in de popmuziek. Dat doet hij meestal op zijn eigen tegendraadse manier, al is er ook het opvallende ‘Desafio’ dat met toegankelijke zanglijnen, dragende synths en een redelijk rechttoe rechtaan refrein het ‘Two weeks’-momentje van de plaat vormt: catchy maar beklijvend voelt het als een allesomvattende en perfecte song. Elders geeft ‘Arca’ zijn eigen draai aan het genre met producties die altijd zo ongrijpbaar, ongedefinieerd en alienesk lijken als een sculptuur van Jesse Kanda. Waar pop doorheen z’n geschiedenis wel vaker freaky en buitenaards probeerde te klinken, gebeurde dat zelden met de oprechtheid van Ghersi.
Dit album is immers een representatie van de muzikant zijn leefwereld en steekt van kop tot onder vol met gevoelens. Zo jankt de muzikant zich door het hartverscheurende ‘Coraje’, dat met een simpele pianoproductie weinig meer dan de essentie nodig heeft om te ontroeren. Een van Arca’s sterktes is ongetwijfeld het tonen van zijn zwaktes. Toen ik hem vorige week een dj-set zag spelen gaf de jongen uit Caracas grif toe zich erg fragiel te voelen, om vervolgens dat gevoel te compenseren met wat extra luide muziek. Dat gevoel geeft hij niet op zijn nieuwe lp: de breekbaarheid wordt hier niet weggestopt maar net verheerlijkt. Je hoeft als man immers niet altijd sterk of moedig te zijn, zwakke momenten hebben zo ook hun charmes.
Spaans verstaan is absoluut ook geen must om te merken hoe kwetsbaar, verdrietig, eenzaam en melancholisch de Hood By Air-mascotte vaak overkomt. Zijn zang mag dan wel die van een engel zijn, zowel in de expressie als in de eerder duistere en desoriënterende producties eronder schuilt een ondertoon van heartbreak, onbeantwoorde verlangens en gewoon droefheid in het algemeen. In nummers als ‘Fugaces’ en ‘Anoche’ is dat nog op een honingzoete manier, bij ‘Saunter’ en ‘Reverie’ worden de verschrikkelijk indrukwekkende vocals met hun barokke bewerking nog een pak dramatischer, maar daarom niet minder eerlijk.
Toen ik de twee laatstgenoemde nummers voor het eerste hoorde, kon ik eigenlijk alleen maar denken dat ik nog nooit zoiets gehoord had en dat de wereld absoluut niet klaar was voor dit album. Dat gevoel blijft na een stevig aantal luisterbeurten overheersen: de rijke, buitenaardse producties blijven in combinatie met die waanzinnige vocals niets minder dan hallucinant. Met zijn zweverige maar onnatuurlijke en moeilijk kopieerbare klankenpalet is Ghersi gewoon nog steeds de outkast die buiten categorie zijn eigen onnavolgbare en compromisloze ding doet en zo een genie wordt voor wie voelt waar dat vage boeltje precies naartoe gaat.
Hoewel Arca hier duidelijk een album aflevert dat heel hard over zichzelf gaat en hoewel het voor de meesten onder ons niet echt simpel is om zich te vereenzelvigen met de progressieve maar donkere queer underground en onderwereld, toont deze plaat vooral ook hoe universeel de Venezolaans gevoelens zijn, terwijl hij er ook in slaagt een beetje van zijn leefwereld mee te geven. Mits een open geest tuimel je hier in de producer zijn revolutionaire realiteit en word je meegesleept in het onbekende: een ervaring die in het hedendaagse xenofobe klimaat van onschatbare waarde is. Daarenboven is ‘Arca’ gewoon een nagenoeg perfecte plaat die muziek met een radicale sound maar niet op radicale wijze heruitvindt en daarbij zowel de aantrekkingskracht van emotie en popmuziek gebruikt.
Album verdeeld door Beggars.