Baauer verkent met ‘Aa’ nieuwe horizonten

door Daan Leber

Met zijn debuutalbum moest Baauer wel een nieuwe richting opzoeken. De man die voor velen nog steeds enkel bekend staat als de producer van ‘Harlem shake’ probeert op Aa die erfenis krampachtig van zich af te schudden. Na de virale hitsong bleef het even stil, met uitzondering van de ep ‘β’ die wat onder de radar bleef. Uiteindelijk bleek die het nieuw ingeslagen pad al aan te kondigen.

‘Aa’ kan duidelijk in twee delen opgedeeld worden. De eerste helft van het album is strikt instrumentaal, op wat vocalsamples na. Die eerste nummers hebben opmerkelijk veel overeenkomsten, misschien zelfs wat te veel. Allen vallen ze in de categorie waarbij hiphop- en zogenaamde weightless grimeinvloeden te onderscheiden zijn. Op zich dansen ze wel lekker weg, maar veel variatie is er niet, waardoor het onderscheid tussen de verschillende songs quasi nihil is. Enkel ‘Sow’ valt op, door een tetrissample, maar dat roept dan weer eerder gênante herinneringen op aan het dubstepverleden van ondergetekende. Ook een parallel met Rustie (die overigens meewerkte aan ‘Aa’) duikt op. Net als Baauer moest die op zijn tweede langspeler een nieuw geluid ontwikkelen. Hoewel experimenteerdrang altijd toegejuicht dient te worden, moet je eerlijk kunnen toegeven wanneer het wat minder uitdraait.

Gelukkig is de tweede helft van een hoger niveau, voornamelijk omdat de glazige synths van de openers vervangen worden door meer trapgeïnspireerde geluiden. Dat houdt echter niet in dat Baauer nu de platte kant opdraait. ‘Day ones’ zorgt meteen voor een stilistische breuk, vooral dankzij de gastartiesten. Novelist draait al even mee in de underground, en ook Leikeli 47 kwam in de aandacht dankzij een uitstekende mixtape. Beiden rappen met een eerder grimegerichte flow, waardoor automatisch een extra laag energie aan de opzwepende beat wordt toegevoegd. Het is dan ook opmerkelijk dat grotere namen als Pusha T en Future niet kunnen tippen aan dit duo. ‘Kung fu’ geeft bijvoorbeeld een eerder dubbel gevoel af. Op zich zit het instrumentale snor, maar is de beat te druk voor Pusha T, die we liever over minimalistische songs zoals ‘Numbers on the board’ horen. Aan de andere kant is ‘Kung fu’ te rustig voor Future, waardoor de energie van zijn eigen songs ontbreekt. De andere grote naam op het album, M.I.A., zorgt daar gelukkig wel voor. ‘Temple’ wordt door Baauer voorzien van een meer exotischer kantje, dat zich perfect leent voor haar raps. ‘Make it bang’ zorgt voor een springerig effect dat versterkt wordt door de bijdrage van TT The Artist. Eindigen doet Baauer met twee kortere “interludes”, die net zoals bij Rustie de bedoeling van de producer willen weergeven, maar eerder overbodig zijn.

Het is duidelijk dat Baauer erin geslaagd is een nieuwe wending aan zijn carrière te geven. Of die nu enkel positief uitdraait is een andere vraag. Op zich zitten zijn er geen slechte nummers op ‘Aa’ aanwezig, al blijven de meesten steken in de middelmaat. Gelukkig zorgt een evenwichtige en interessante mix aan gastartiesten voor een hoger niveau, hoewel Pusha T en Future eerder een gevoel van teleurstelling opwekken. Baauer zet wel verdienstelijk enkele ondergewaardeerde talenten in de spotlights.

Album verdeeld door V2

Website Baauer