Blaenavon lonkt naar de massa’s op ‘That’s your lot’

door Sigi Willems

Bij het horen van ‘Blaenavon’ denkt je innerlijke Welshman spontaan aan dat pittoreske dorpje nabij de monding van de Afon Lwyd-rivier. Daar komt binnenkort misschien verandering in aangezien er sinds kort een Britse popgroep is die zijn roepnaam deelt met dat knusse oord. Op hun debuut toont de band dat ze wel eens zouden kunnen uitgroeien tot de volgende indierock-sensatie.

Op opener ‘Take care’ gooit frontman Ben Gregory er meteen wat Morrissey-achtige zanglijnen tegenaan. Naast The Smiths horen we eveneens hedendaagse indiepop zoals bands als Two Door Cinema Club en The Kooks die brengen. Helemaal overtuigd zijn we pas vanaf ‘Let’s pray’, waarin de zomerse gitaarlijnen en vrolijke, subtiele synth-lijntjes in schril contrast staan met het donkere mantra “Let’s pray for death”.

Ben’s uitgesproken stem zal evenveel fans als haters hebben. Het is het prototype van radiovriendelijke indiepop – Bastille is nooit veraf. Hun jeugdige leeftijd (ze scoorden hun eerste platencontract op hun zeventiende) maakt hen bijgevolg ideaal tienermateriaal. Ook de nummers zijn tot in de puntjes afgewerkt, en de ene aanstekelijke potentiële hit volgt de andere in snel tempo op.

Doordat de brave popnummers voorbij vliegen, mis je wat eigenheid die blijft hangen. ‘Orthodox man’ is nog zo’n song die opgeslorpt dreigt te worden door een vloedgolf van kleurloze catchyness die de nationale radiostations tegenwoordig overspoelt en waarmee je de Nieuwe Lichting kan winnen.

Net wanneer Blaenavon ons volledig dreigt te verliezen, komt er wat meer afwisseling met de funky gitaren op ‘Lonely side’ en de tedere piano-ballad ‘Let me see what happens next’. ‘Alice come home’ begint eveneens als een rustige ballad, maar bloeit, à la Lord Huron, tegen het einde aan open tot een bombastische popsong – zo is Blaenavon op z’n best. Een gelijksoortige wall of indie wordt ook opgetrokken tijdens ‘I will be the world’ en ‘Prague ‘99’, die gekenmerkt worden door dromerige, speelse gitaarriffs en melancholische zanglijnen die gemakkelijk een gevulde Werchter-weide in de ban zouden kunnen houden.

Naar verluid deed het Britse trio een aantal jaar terug al eens poging om een album op te nemen, maar werden ze toen teruggefloten door hun platenmaatschappij omdat ze het ‘niet serieus genoeg’ zouden hebben genomen. Dat verwijt kan hen na het afleveren van ‘That’s your lot’ niet meer gemaakt worden: Blaenavon levert met z’n eerste plaat een hele lading, buitengewoon volwassen radiovulsel af en heeft absoluut het potentieel om in de toekomst een publiekstrekker op de grote muziekfestivals te worden. Als ze nu nog wat eigenheid voor de dag hadden kunnen leggen, waren we helemaal verkocht.