Bob Dylan creëert een tekstuele maalstroom op ‘Rough and rowdy ways’

door Frederik Laurens

Met zijn 39ste studioalbum ‘Rough and rowdy ways’ verrast de kwikzilveren Bob Dylan iedereen die hem reeds afgeschreven had. Een album tjokvol culturele referenties en zowel historische als fictieve personages die een zorgvuldig gebeeldhouwd kader voorzien waarbinnen het album tot leven komt. Zowel Fiona Apple als Blake Mills spelen mee, maar voorlopig is nog niet bekend op welke nummers zij bijdragen leveren.

In de ingetogen opener ‘I contain multitudes’ wordt Dylan zijn stem alleen omlijnd door gitaar en strijkers terwijl er een steeds veranderende rivier aan culturele referenties voorbij stroomt. Zoals een schilder voegt Dylan laag na laag aan betekenis en kleur toe met zorgvuldig gekozen beelden, die elke luisterbeurt meer prijsgeven. In het nummer drijven verwijzingen naar artiesten, filosofen en films gracieus naast elkaar. “I go right where all things lost are made good again/ I sing the songs of experience like William Blake/ I have no apologies to make/ Everything’s flowing all at the same time”. Net als in de song wervelen in Dylan velen rond. De dichter, de protestzanger, de “song and dance man”, al die veelkleurige facetten worden op ‘I contain multitudes’ tegen het licht gehouden en werpen met elke zin een voorbijgaand licht op de persoon Dylan.

Als het eerste nummer een glimp achter het gordijn was geeft Dylan op ‘False prophet meteen de reden waarom dat gordijn meestal wordt dichtgehouden. “Another day of anger, bitterness, and doubt/ I know how it happened/ I saw it begin/ I opened my heart to the world and the world came in.” De band houdt de teugels stevig in de handen op het bluesy nummer. Alleen de elektrische gitaar wordt af en toe vrijgelaten om kort te soleren voor de band terug in de groove rolt.

Een verleidelijk tokkelende gitaar opent ‘My own version of you’ terwijl Dylan met het idee achter Mary Shelley’s Frankenstein speelt. Net zoals Viktor Frankenstein probeert hij hier iemand terug tot leven te wekken. Hoewel het nummer veel bedaarder is heeft het toch wat van de onheilspellende sfeer die je in ‘Alligator wine’ vindt van Screamin’ Jay Hawkins. De mysterieuze slidegitaar lokt je hier mee door de schimmige achterafstraatjes die Dylan navigeert in zijn zoektocht. “Shimmy your ribs, I’ll stick in the knife/ gonna jumpstart my creation to life/ I wanna bring someone to life, turn back the years/ do it with laughter and do it with tears.”

Van lichtjes omineus gaat het album over naar een zachte overgave op ‘I’ve made up my mind to give myself to you’. Het is soms gemakkelijk te vergeten dat Dylan naast alle andere thema’s ook prachtige lovesongs schrijft. Dit is zo’n nummer dat zijn plaats verdient naast songs zoals ‘Sad eyed lady of the lowlands’, ‘Mama, you been on my mind’ en ‘Love minus zero/No limit’. Een koor van mannenstemmen opent het nummer met zacht geharmoniseerde “oohs” terwijl de drum een teder ritme aangeeft en de gitaar lieflijk op en af drijft. Ondertussen geeft Dylan ons enkele van de gevoeligste lyrics van het album mee “Well, my heart’s like a river, a river that sings/ just takes me a while to realize things/ I’ve seen the sunrise, I’ve seen the dawn/ I’ll lay down beside you when everyone’s gone”.

‘Black rider’ is een duistere ballad over de dood, de zwartste van alle ruiters. Op ‘Rough and rowdy ways’ komen verschillende verwijzingen naar de dood voor. Het kan ook niet anders dat Dylan op zijn 79ste zijn eigen sterfelijkheid onder ogen ziet en er vrede mee neemt. “Black rider, black rider, tell me when, tell me how/ if there ever was a time, then let it be now/ let me go through, open the door.” Muzikaal bestaat het nummer uit niet veel meer dan een dreigend tokkelende gitaar en drijven onder andere verwijzingen naar de Bijbel en romeinse dichters naar boven. ‘Goodbye Jimmy Reed’ is dan weer een uitgelaten bluesy jam en tegelijk een ode aan de in ’76 overleden bluesmuzikant Jimmy Reed. In het spaarzaam beïnstrumenteerde ‘Mother of muses’ roept Dylan onder andere Caliope op, de muze van welbespraaktheid en epische poëzie. De gitaar en de cello spelen een bedachtzame melodie waartegen de lyrics aanleunen “I’ve grown so tired of chasing lies/ Mother of Muses, wherever you are/ I’ve already outlived my life by far”.

Het scharniermoment op de plaat is ‘Crossing the Rubicon’. “De Rubicon oversteken” was een gezegde dat ontstaan is bij de oude Romeinen en dat evenveel wil zeggen als een belangrijke beslissing nemen. De raggende bluesgitaar en de drum geven het nummer een gestaag ritme mee waarover Dylan zijn lyrics drapeert. “The killing frost is on the ground/ and the autumn leaves are gone/ I lit the torch, I looked to the east/ and I crossed the Rubicon.” Met ‘Key West/ philosopher pirate’ sluit de eerste zijde van ‘Rough and rowdy ways’ af. Een trage wals waarin accordeon en drums een droeve rondedans uitvoeren en Dylan over zowel het stadje Key West zingt als over zijn relatie met zijn geloof. Hoewel de tekst op het eerste zicht over een vrouw gaat zingt hij hier bijvoorbeeld over zijn Bar Mitzvah en zijn relatie met judaëisme. “Twelve years old, they put me in a suit/ forced me to marry a prostitute/ there were gold fringes on her wedding dress/ that’s my story, but not where it ends/ she’s still cute, and we’re still friends.” Met de tweede zin verwijst Dylan naar de profeet Hosea die van Yhwh met een prostituee moest trouwen als symbool voor de Israelieten die van hun geloof gevallen waren. De gouden franjes verwijzen dan weer naar de met goud bestikte Thorah. Dit zijn beide goede voorbeelden van hoe ogenschijnlijk simpele zinnen onder het oppervlak een ganse wereld van betekenis hebben bij Dylan die je op het eerste gehoor niet zou vermoeden.

Tenslotte is er ‘Murder most foul’, het zwaartepunt waarrond alle andere nummers cirkelen op dit album. ‘Murder most foul’ kan op zich ook als miniatuur van het album gezien worden. Het centrale punt, waarrond de andere lyrics openbloeien, is de moord op president John Kennedy in 1963. “The day they blew out the brains of the king/ thousands were watching, no one saw a thing.” Dylan grijpt die gebeurtenis aan als het startpunt voor allerlei culturele evoluties die daarna zouden plaatsvinden en die volgens hem teruggeleid kunnen worden naar dat ene moment. Begeleid door melancholische piano en strijkers levert Dylan hier een nummer van Homerische proporties af. Je krijgt een uitgebreid beeld van wat er allemaal speelde in de jaren ’60 en wat de gevolgen waren van deze tragische gebeurtenis.

‘Rough and rowdy ways’ is een album dat telkens je er naar luistert meer prijsgeeft en waar ogenschijnlijk eenvoudige lyrics een volledig andere wereld bedekken. Hoewel het qua instrumentatie niet ongelofelijk uitgebreid is, is het tekstueel gezien zonder twijfel een van de rijkste albums van de afgelopen twintig jaar. Hopelijk is dit album niet dezelfde zwanenzang die we bij Leonard Cohen en David Bowie zagen want Dylan toont nog maar eens fijntjes waarom net hij die Nobelprijs achter zijn naam heeft staan.