Bonaventure beukt zich een weg doorheen ‘Mentor’

door Anton Creemers

Het is het tarwejubileumjaar (3 jaar red.) voor het afrocentrische NON Worldwide-collectief en het oogsten van hun inspanningen kan stilaan beginnen. Waar mede-oprichter Chino Amobi en de Belgische Nkisi eerder al met geslaagde albums op het toneel verschenen, is het deze keer de beurt aan een andere NON citizen, Bonaventure, om op de voorgrond te treden. Ze maakt namelijk haar debuut in ep-vorm voor het steeds vooruitziende Planet Mu-platenlabel. Op ‘Mentor’ herneemt Soraya Lutangu haar wervelend vernielende soundscapes vanop eerste ep ‘Free Lutangu’ en geeft er een heerlijke ritmische twist aan.

Dat er wat meer punch achter haar producties ging zitten, verklapte de Zwitsers-Congolese al in haar persrelease waar ze invloeden citeerde uit de swingende West-Afrikaanse coupé-décalé-stijl en van de heupwiegende Angolese school waar ook het Afro-Portugese Principé-label gedeeltelijk zijn oorsprong vindt. Die uitspraken zette Lutangu’s heerlijk dansbare Boiler Room-set bovendien nog eens extra kracht bij. Laat het dan ook een verrassing zijn dat opener ‘Physarum’ zich perfect tussen de breekbare experimenten van ‘Free Lutangu’ zou kunnen nestelen. De afro-invloeden blijven hier beperkt tot de doeltreffende, elektronische mbiramelodie die Bonaventure omringt met borende bassamples en scherpe synths.

Dan doet titelnummer ‘Mentor’ beter om aan de geciteerde invloeden gelinkt te worden. Het jachtige coupé-décalé-ritme is krachtig voelbaar doorheen de onheilspellende setting die de twijfelende melodie ontwikkelt. In dezelfde trend maar net iets minder goed uitgevoerd is single ‘Impetus’, die zijn naam alle eer aan doet. Het overwogen gejengel voor IDM-liefhebbers duwt het nummer juist niet de goede richting uit.

Invloeden van de Europese dance-genres hoor je dan weer op ‘Colony’ met Debby Friday, dat knap trance-invloeden met versnelde kizombaritmes in een heksenbrouwsel samenvoegt. ‘Nemesis’ vist dan weer uit de clubmelodieënvijver waar ook artiesten als Mechatok hun hengel uitslaan. Sterk hierbij is wel de uitstekende percussieprogrammatie die het geheel wederom erg dreigend maakt. ‘Both’ met Hannah Black tot slot is uniek in het opzicht dat het zich volledig aan de “Europese kant” van de ep bevindt, al leidt dit helaas tot ongeïnspireerde, erg stijve ritmes.

In het destructieve ritme en schoonheid vinden, het is een kunst die Bonaventure beheerst. Haar invloeden zijn vaak helder op een onverwachte manier en leiden haar muziek naar een mooi plekje binnen het moderne post-clubgenre.