Cherry Glazerr mixt gitaargeweld met een snuifje xanax op ‘Stuffed & ready’

door Nina van den Broek

Zo goed als iedereen die niet ‘Mark Zuckerberg’, ‘Wolfgang Amadeus Mozart’ of ‘Ariana Grande’ op z’n identiteitskaart heeft staan, stelt zichzelf wel eens de vraag of hij of zij al wel ver genoeg staat in het leven. We kunnen ons echter moeilijk inbeelden dat Clementine Creevy ook last heeft van existentieel gepieker over levenssucces: op haar vijftiende gooide ze wat demo’s op Soundcloud en nu, zeven jaar later, brengt ze met haar band Cherry Glazerr een derde studioalbum uit. Ondertussen acteerde Creevy ook in de succesvolle comedyserie ‘Transparent’, werd ze model voor Yves Saint Laurent én kreeg ze van VICE een biografische documentaire getiteld ‘Clementine Creevy: the millenial punk feminist icon’ cadeau.

Het succes zou voor minder naar je bol stijgen, maar Creevy houdt het nuchter. Op Cherry Glazerrs nieuwste worp ‘Stuffed & ready’ besloot ze dat het – na de gevatte maatschappijkritiek en de mijmeringen over het tienerleven op de eerste albums – tijd was voor wat introspectie. ‘s Werelds succesvollen hebben dus ook last van existentieel gepieker, en als we Creevy’s uitlatingen op ‘Stuffed & ready’ als voorbeeld mogen nemen, dan zelfs gepieker van de donkerste soort. “I’m full of the bad, bad problems, just take me away/just take me away, just take me away” zingt ze in opener ‘Ohio’, en de stroef scheurende gitaar tijdens de solo zet die pijnlijke boodschap kracht bij. Want wie dacht dat introspectie op muzikaal vlak gelijk stond aan meer ingetogen nummers, heeft het mis. Cherry Glazerr blijft trouw aan haar noisepop, sterker nog: de overladen, doch zuiver geproducete gitaren zijn meer aanwezig dan ooit.

Dat al dat grungy gitaargeweld een donkere sfeer creëert, hoeft geen betoog. ‘Stupid fish’ begint onheilspellend, alsof je met je karretje de donkere gang van het spookhuis binnenrijdt en met angstzweet op je lijf afwacht wat komt. In het refrein vallen de eerste plastieken skeletten in de vorm van distorted gitaren en spookachtige synths uit het plafond, maar het grootste schrikeffect moet nog komen wanneer Creevy het plots uitgilt. “I see myself in you and that’s why I fucking hate you”: Creevy leert ons dat verwrongen gevoelens en zwarte gedachten enger zijn dan het meest huiveringwekkende griezelfiguur.

Op muzikaal vlak hoeft het op ‘Stuffed & ready’ echter niet altijd somber te zijn. ‘Self explained’ is poppy en heeft op het eerste gehoor een zekere radiogevoeligheid, tot de gitaren invallen en de tekst tot je doordringt: “I put up cinderblocks to take away the pain/I separated from society today/I don’t get close to anybody but my feelings.” De zwaarmoedigheid hangt als een donkere wolk boven elk nummer. ‘That’s not really my life’ heeft een leuke punkkadans, maar Creevy’s klagerige zang sleurt je meteen mee naar de diepte, en op het dromerige ‘Pieces’ – het enige nummer waar het distortion-pedaal onaangeraakt blijft – spreekt ze je schijnbaar passief-agressief toe. “I don’t wanna be wrapped up in these pieces”, zingt ze lieflijk, maar in je hoofd zie je daar automatisch een slightly smiling face achter staan.

Het lijkt of Creevy tijdens het schrijven uren met een fles wijn in een bad van malaise heeft liggen weken, tot haar gerimpelde vingers doordrongen waren van leed en treurnis. Die tristesse wordt echter zelden eentonig, mede dankzij de muzikale gelaagdheid en genre-overschrijdende finesse. Enkel ‘Isolation’ en single ‘Juicy socks’ vervallen met hun refreinen een beetje in het vervelende emorock-gezeur. Andere singles ‘Daddi’, een schop tegen de schenen van het patriarchaat, en ‘Wasted nun’, waar Creevy’s wanhopige stem ten volle wordt uitgebuit, zijn dan een pak beter.

Cherry Glazerr bewijst opnieuw dat pijn en zwaarmoedigheid ook prettig kunnen zijn als het verpakt wordt in goede nummers, op een album dat nét lang genoeg duurt om niet te vervelen. Toets ter voorzorg het nummer van je psychiater maar al in.

Cherry Glazerr speelt op 19 april in de Botanique in Brussel (info & tickets).