CHVRCHES vindt zichzelf terug op het explosieve ‘Screen violence’

door Yannick Verhasselt

Met hun laatste wapenfeit ‘Love is dead‘ gokte (en verloor) het Schotse drietal op een groter publiek dat arena’s kon vullen. Pop-producer Greg Kurstin was enigszins verantwoordelijk voor het iets plattere geluid van de band. Hoewel de groep zélf evenwel lonkte naar de mainstream. Een jaar later werkten ze samen met Marshmello aan ‘Here with me‘, een radiokanon die je ongetwijfeld al hebt horen passeren. Alhoewel de vocale passages je waarschijnlijk minder snel aan Lauren Mayberry doen denken. Toen de frontvrouw de dj publiekelijk confronteerde met het feit dat hij geen graten zag in samen te werken met Tyga en Chris Brown, for obvious reasons, zat het spel op de wagen. Mayberry werd online aangevallen en bedreigd met de dood.

Die context bood een voedingsbodem van introspectie waarbij de groep nadacht waar ze heen wilden met hun carrière. Zich een platter geluid aanmeten om tegemoet te komen aan de normen van radiostations, en samen moeten werken met mensen die tegenover je waarden en normen staan als persoon en als band? Of toch een return to form naar authenticiteit? Het antwoord op ‘Screen violence’ is kristalhelder; het tweede.

‘Good girls’ gaat dan ook bijna nét over die tweestrijd van de band. Anderzijds heeft het nummer een dubbele betekenis. Het gaat over de dubbele standaard waar vrouwen voortdurend mee geconfronteerd worden. ‘Good girls’ moeten maar conformeren in een systeem dat dit allemaal toelaat. De lijst van vaak mannelijke artiesten die meestal terecht worden gecanceld omwille van diverse redenen is eindeloos; “Killing your idols is a chore / And it’s such a fucking bore“, bezingt ze neurotisch. Mayberry is er klaar mee.

Verder bekvecht Mayberry in ‘He said she said’ met een imaginair lief die haar aan het gaslighten is; “Be sad, but don’t be depressed“, “It’s all in your head” en “He said, ‘You need to be fеd / But keep an eye on your waistline and / Look good, but don’t bе obsessed’ “, praat hij haar aan. Ze duidt met het nummer een gelijkaardig overhangend probleem in onze maatschappij aan. Het toxische patriarchaat heeft historisch altijd een onderwijzend vingertje over het lichaam en de psyche van vrouwen gehad. Sociale media en reclame geven steeds meer brandstof om vrouwen te onderdrukken, en hen in een “ideaal beeld” te willen proppen. De instrumentals die over je heen walsen gedurende het refrein proberen je in de schoenen te laten plaatsen van Mayberry. Ze klinken zo groots dat je er bijna in wordt verzwolgen.

Nummers als ‘California’ en ‘How not drown’, met de immer impressionante Robert Smith, zoeken dan weer de gevolgen van bekendheid en roem op. Beiden lijken in het nummer er eigenlijk nog weinig nood aan te hebben. Smith getuigt als ouwe rakker voornamelijk over hoe labels, media etc. hem ‘opgraven’ voor wat snel geld. Mayberry lijkt zich dan weer meer bewust geworden te zijn over de kluwen van de muziekindustrie. De raunchy baslijn gecombineerd met de mistroostige synths doen evenwel een beetje denken aan de mans band.

Mayberry’s vocals worden op sommige nummers nog steeds uitdrukkelijk samengeperst, zoals op ‘Violent delights’ en ‘Nightmares’. Toch is de mixing op ‘Screen violence’ een pak beter en natuurlijker afgewerkt dan op ‘Love is dead’. De groep legde de laatste hand zélf nadat ze het gros van de plaat afzonderlijk hadden ingespeeld (omwille van de pandemie). Zo zat pianist Martin Doherty gedurende het proces thuis in Schotland. Mayberry en gitarist en bassist Ian Cook opereerden daarentegen vanuit Los Angeles. De titel van het album kan dus voor een deel letterlijk geinterpreteerd worden. Volgens de band benadert het album een rode draad uitgestrekt over drie thema’s; geweld in al zijn facetten op, door en via schermen.

Los van enkele mindere nummers op de plaat (‘Violent delights’ en ‘Nightmares’), maakte de band hun sterkste en meest consistente album in jaren. De authenticiteit en de manier waarop ze verschillende thema’s aanvatten zijn 100% te danken aan die van Mayberry (en co). Het afsluitende ‘Better if you don’t’ met zijn gitaarakkoorden ligt opmerkelijk ver uit de comfortzone van hun gebruikelijke sound. De band maakt niet langer compromissen met anderen, en dat loont.