Conway The Machine blijft imponeren met ‘La maquina’

door Bert Scheemaker

De trouwe lezers van de rap- en hiphopreviews zijn ondertussen al vertrouwd met Conway The Machine. De rapper uit Buffalo, die deel uitmaakt van de crew Griselda, is de laatste jaren een stevige naam voor zichzelf aan het maken. Zijn laatste wapenfeit is ‘La maquina’, wat Spaans is voor ‘de machine’. Nieuw aan dit album is dat het uitkomt op Drumwork, zijn eigen label, en dus niet op Eminem zijn Shady Records. We wachten nog altijd op die gehypete release. Maar nu dus ‘La maquina’.

Bescheidenheid is alvast niet weggelegd voor Conway. We zijn nog geen halve minuut bezig of hij vergelijkt zichzelf al met Patrick Mahomes, een van de sterren uit de NFL. ‘Bruiser body’ is dan ook een track waarmee hij nog een lekker van leer trekt tegen zijn haters. “Ze bidden voor zijn ondergang” claimt Conway, die onderweg nog eventjes meegeeft dat de relatie met zijn buddies Benny The Butcher en Westside Gunn nog altijd opperbest is, in tegenstelling tot wat de pers beweert. Een scherp begin dus, van een rapper die ons waarschuwt dat hij ‘on top of his game’ is. De producties van JR Swiftz liggen hem ook nog eens uitstekend.

De rapper scoort alleszins bij ondertekende met zijn veelvuldig genamedrop van NBA spelers. Russell Westbrook, James Harden en godbetert Steve Francis scoren een shoutout op ‘6:30 tip off’. ‘KD’ verwijst naar Kevin Durant en verder passeren ook Kevin Garnett en Bonzi Wells “with the headband” (wie kent hem nog?) de revue. Ze vormen een welgekomen afwisseling van het beproefde recept dat Conway normaal hanteert: grimmige raps over het leven als drugsdealer en alles wat daar bij komt kijken. De streetraps zijn echter nooit ver weg, het vogeltje blijft immers zingen zoals het gebekt is. Maar toch, Conway The Machine lijkt met ieder nieuw project toch ietwat zijn horizon te verbreden.

Dat is zeker ook waar eens we kijken naar welk soort beats hij gebruikt. Die typische donkere beats die die Griselda sfeer zo goed wisten te scheppen worden hier ingeruild voor een eerder commercieel geluid, zonder dat we het gevoel hebben dat Conway zijn ziel aan de duivel verkoopt. Dit is nog altijd geen radiovriendelijke muziek. Dit is rap die gestoeld is op bars, flows en talent. En dat kan Conway nog altijd als de beste. Hoe hij op ‘KD’ de flow van Cardi B haar doorbraakhit ‘Bodak yellow’ weet te kopiëren en te laten werken, is best knap.

Waar hij in het eerste deel van het album vooral de spotlight op zichzelf zet, laat in het tweede deel meer ruimte aan anderen om te scoren. Met Jae Skeese zet hij zijn eigen mannetje in de schijnwerpers. Skeese tekende onlangs bij Drumwork en lijkt degene te zijn die algauw toch iets zal droppen. Hier mag hij alvast warmlopen op ‘Blood roses’, ‘Grace’ en ‘Sister Abigail’, waarop ook de andere beschermeling 7xvethegenius te vinden is. Daar stopt het echter niet. JID en Ludacris maken van ‘Scatter brain’ een ware banger en 2 Chainz tilt ‘200 pies’ naar een hoger niveau. En natuurlijk kunnen Benny en Westside Gunn niet ontbreken. Zij mogen de boel afsluiten op ‘S.E. gang’ en doen dat met verve.

Wie de carrière van Conway al eventjes volgt hoort bij elke release een rapper die de grenzen van zijn kunnen voorzichtjes blijft verleggen. ‘La maquina’ is het zoveelste bewijs dat hij een van de betere rappers van het moment is. Eentje met een immense output en vooral eentje die niet meer mist. Hij scoort een voltreffer met zowat elk project dat hij uitbrengt en dat is toch bijzonder. Hij mag dan niet het commerciële geluid hebben van Pusha T of de accolades in de pers die Freddie Gibbs al wist te verzamelen, maar Conway The Machine is zich aan het bewijzen als een van de beste cokerappers die er te vinden zijn. En dit album is voorlopig de kers op de taart.