De gitaarkronieken van Gary Clark jr. waren nog nooit zo riant als op ‘This land’

door Jelle Geuns

Jonge rockpummels die voor de spiegel staan met hun gitaar in de hand menen vaak geboren te zijn in de foute eeuw. Volgens hen waren het vooral de jaren ’60 en ’70 die de meeste perspectieven boden aan de beminnaars van de gitaar. Het muzikale spectrum werd de jaren nadien te breed en verkaveld om het te maken als onvervalste rockartiest. Deze verbitterde opvatting van hedendaagse rock mag gerust ontkracht worden, getuigen gitaardwepers als Gary Clark jr. Je wordt tenslotte niet zomaar gevraagd om te touren met Grammy-slokoppen als B.B. King, The Rolling Stones, Eric Clapton en Foo Fighters.

Amper twee jaar na zijn debuut ‘Blak and blu’, meer bepaald in 2014, mocht Gary Clark jr. zich al tot het prestigieuze lijstje van Grammy-winnaars rekenen. De gitaarvirtuoos greep naast de prijs voor beste rocknummer met zijn ‘Ain’t no messin’ about’, maar nam wel fijn die voor beste r&b-performance mee naar huis. Gary Clark jr. was niet meer louter de volgende bluesrock-artiest uit het rijtje, maar een muzikant die over de grenzen der genres raast zonder om te kijken.

De vlucht van zijn jongste plaat ‘This land’ gaat zelfs zo hoog dat diezelfde grenzen niet op te merken zijn. Zeventien nummers lang weigert Gary Clark jr. zich vast te laten pinnen op een bepaald genre, wat de Texaan met een geheel nieuw kaliber laat schieten. De voorgaande studioalbums ‘Blak and blu’ en ‘The story of Sonny Boy Slim’ (2015) waagden zich eerder al aan r&b- en soulbezweringen, naast de gebruikelijke bluesrock en country. ‘This land’ tamboereert zich daarentegen als het meest eclectische album uit Clarks oeuvre: een wijdlopig kleurenpalet aan stijlen waar schitterend gitaarwerk de rode draad vormt.

Onze stoutste dromen hadden nooit kunnen voorspellen dat dubtonen zo volhardend konden klinken als in de nieuwbakken dancehall-favoriet ‘Feelin’ like a million’. Daar steken de ongezouten gitaarriffs van Gary Clark jr. natuurlijk voor iets tussen, al is het vooral zijn ongedwongen shwung als MC die bijblijft. Ook postpunk lijkt geen verborgen schat te zijn voor de gitaargod, demonstreert ‘Gotta get into something’. IJveraars van toegankelijke rock met een toefje pop zullen zich daarentegen niet bekocht voelen met ‘Don’t wait til tomorrow’, dat het uiteindelijk toch niet kan laten om te resulteren in gewichtige gitaarvonken.

Uiteraard laat Gary Clark jr. zijn paradepaardjes niet varen op ‘This land’. De gelijknamige single, die bijna barst van de scheurende riffs, schuift tegelijk de vaderlandsliefde en maatschappijkritiek van de Amerikaan naar voren: “Fuck you, I’m America’s son / This is where I come from.” Soulknaller ‘When I’m home’ rakelt dan weer de liefdevolle kantjes op met speelse flikkeringen. We kijken bijna reikhalzend uit naar het moment dat Gary Clark jr. bij ons op de deur komt kloppen.

Het met blazers opgefunkte ‘Got to get up’ raakt zijn doelwit zonder er veel woorden aan vuil te maken. Hier zijn het de scherpe snaarkittelingen die de daad bij het woord voegen. ‘Feed the babies’ leent diezelfde blazers uit, maar maakt er een volwaardig rockorkest van. Bonustrack ‘Highway 71’, die het album naar zijn einde chaperonneert, legt de vinger nogmaals op het metier van de rockkunstenaar: geïmproviseerde gitaarvijgen die het bijna alleen kunnen trekken.

Het zou als een hele verrassing komen als Gary Clark jr. op de eerstvolgende Grammy Awards geen veelvoud aan prijzen aan elkaar rijgt. Aanstekelijke gitaarkronieken zijn terug van nooit weggeweest en waren bijna nooit zo veelzijdig als op ‘This land’. Het lijvige album zal ons ongetwijfeld voor lange tijd zoet houden, al lijkt weer vier jaar wachten op nieuw materiaal te veel van het goede. Gelukkig komt de man regelmatig op de proppen met livealbums die weinig aan de verbeelding overlaten.