De lijdensweg van frontman Newcombe verveelt op nieuwe ‘The Brian Jonestown Massacre’

door Pieter Sips

Anton Newcombe zou al lang niet meer de heroïneverslaafde junkie vanuit de beginjaren zijn en leeft al geruime tijd als zelfverklaarde geheelonthouder met z’n vrouw in Berlijn, waar hij z’n eigen opnamestudio heeft. De zogeheten Cobra Studios draagt bij aan de productiviteit van de cultfiguur, die nog met de regelmaat van de klok bewijst dat zijn onhandelbaar kantje gespaard is gebleven. Jaar na jaar levert The Brian Jonestown Massacre, de band rond Newcombe, quasi dezelfde plaat af, telkens volgens een vast recept van The Velvet Underground met een vleugje My Bloody Valentine. Je weet dus waaraan je jezelf mag verwachten wanneer je de groeps nieuwe self-titled album voor de eerste keer oplegt.

In opener ‘Drained’ voegt een klagende Newcombe wat extra pathos aan z’n stem toe en geeft hij het geheel een iets te hoog downer-gehalte: “I’m in love with you girl, but you make me cryyyy”, klinkt het zielig. Wat op zich een degelijk nummer had kunnen worden, wordt hier de nek omgewrongen door de flauwe teksten en dito delivery van de moegestreden frontman. Eentje om snel te vergeten.

Geef die micro dan maar snel door aan Rike Bienert, die op het recentere werk van The Brian Jonestown Massacre al wel eerder mocht opdraven. Haar zweverige stem leent zich perfect tot de galmende gitaarpartijen en zorgt voor een eerste aangename luisterbeurt. Dat de formule met vrouwelijke vocalen werkt, bleek vorig jaar ook al op de tweede samenwerking tussen Tess Parks & Anton Newcombe, waarop de bijdrage van laatstgenoemde zich eveneens beperkte tot het instrumentale gedeelte.

Dat doet hij ook op ‘My mind is filled with stuff’, waar geen zang aan te pas komt. Wat we te horen krijgen is echter verre van interessant genoeg om te kunnen boeien en klinkt alsof je op een willekeurig moment de bands repetitiekot binnenstapt, terwijl hij even iets nieuws aan het uitproberen is. Drumster Sara Neidorf lijkt er vooral naast te meppen en weet het nummer niet in de juiste richting te sturen. Opvulmateriaal dat gewoon geschrapt had mogen worden.

Gelukkig weet Neidorf op ‘Cannot be saved’ haar drumvellen wel goed staan en houdt ze er de schwung goed in. De aanstekelijke gitaarriff doet terugdenken aan The Brian Jonestown Massacre uit z’n hoogdagen. Dit kan gerust tot een van de betere nummers uit de bands recente periode gerekend worden. Ook nummers als ‘A word’ en ‘To sad to tell you’ zijn best te pruimen, al hebben we Newcombe het allemaal al eens eerder en beter horen doen.

Helaas staat er voor zowat elk hoogtepunt van de plaat ook een dieptepunt tegenover. Zo is ‘We never had a chance’ in hetzelfde bedje ziek als ‘Drained’. Een getormenteerde Newcombe verveelt ons met z’n halfbakken poging tot poëtische grootspraak. Veel nummers klinken op het eerste gehoor best degelijk, maar worden belemmerd door de lamlendige manier waarop Newcombe zijn teksten aframmelt. Een beetje meer pit had meer dan welkom geweest.