De zeemzoete droomwereld van Hippo Campus en ‘Landmark’

door Michelle Geerardyn

Als euforie een godsdienst was, dan werd Hippo Campus ongetwijfeld aangesteld om z’n eufemismen over het leven wereldwijd te gaan prediken. Op ‘Landmark’ beland je in een wereld waar roze zonnebrillen permanent verankerd zitten achter oorschelpen, problemen een onbestaand begrip zijn en fans van Vampire Weekend zich thuis voelen.

Hypnotiserende en bevreemdende opener ‘Sun veins’ is als een toegangspoort naar ‘Way it goes’, dat de rest van het album belichaamt. De zorgeloze lijn wordt consequent doorgetrokken in nummers als ‘Vines’, ‘Simple season’ en ‘Boyish’. Enkel in het licht melancholische ‘Vacation’ en slome ‘Monsoon’ mag je even wegdromen. Je liefde verklaren aan de hand van een lied over een weekdag kan dan weer dankzij ‘Tuesday’.

Met zoveel euforie en regenbogen kunnen de la la la’s niet achterblijven. De band zet het op een fluiten en de teksten gaan van “sunlight dripping of the apricot tree” tot “daphodils and happy pills“, niet zelden gezongen door kopstemmen. Gitaren zijn er enkel om liefelijk te betokkelen of dromerige melodieën te produceren en de zeemzoete leefwereld doet vooral door het uptempo slagwerk vaak aan Two Door Cinema Club denken.

Dat alles leidt tot een soort verjaardagsfeestje op woensdagnamiddag waar kinderen zich volproppen met snoep en vanille-ijs. Het logische gevolg is dat mama en papa die avond met een plasje chemisch gekleurde maaginhoud en een lijkbleke koter opgescheept zitten.
De overdaad zorgt voor een monotoon geheel waarbij enkel ‘Interlude’ en ‘Vacation’ eens nijpen, maar niet hard genoeg om boven de naïeve roes uit te komen.

Los daarvan kan je niet om de aanstekelijkheid van enkele  nummers heen. Als geheel mist ‘Landmark’ een scherp randje of diepere laag. Een hoek minder was dan weer wel welkom geweest.

Hippo Campus maakte goed op tijd z’n komst naar de AB bekend, waar ze op 6 oktober spelen (info & tickets).