Deerhunter herleidt zichzelf tot de essentie op ‘Why hasn’t everything already disappeared?’

door Martijn Bas

Vanzelfsprekend dat de verwachtingen hoog zijn wanneer een van de “groten” in de alternatieve rock-scene een nieuwe plaat uitbrengt. Deerhunter uit Atlanta is een van de weinige bands die al tien jaar lang een constante kwaliteit weet af te leveren en zich met elk album opnieuw uitvindt. Meer dan drie jaar was het wachten op zijn achtste langspeler – de langste pauze tot nog toe – en eerlijk gezegd, we hadden er toch wat meer van verwacht, zeker wanneer je in het achterhoofd houdt dat dit een samenwerking is met indie-cultfiguur Cate Le Bon (DRINKS).

Deerhunter speelde de helft van de plaat reeds live in het afgelopen jaar, en wie tot nu vasthield aan die avontuurlijke live-versies is eraan voor de moeite. Nergens zijn die explosieve gitaaruitspattingen of experimentele intro’s nog te bespeuren, in plaats daarvan is ‘Why hasn’t everything disappeared’ eerder een oefening in beheersing, waar het experiment zich vooral schuilhoudt in de onconventionele 60’s-productie en niet zozeer in het schrijfproces. Deerhunter vroeg naar een ander geluid, en met Cate Le Bon achter de knoppen hebben ze dat effectief gekregen.

Een prominente rol is weggelegd voor de synthesizers en de doffe, overstuurde drums, terwijl de weinige gitaren die overblijven (jammer genoeg) naar de achtergrond verdrongen zijn. Daar komt nog eens bij dat deze rechtstreeks werden opgenomen vanaf het mengpaneel in plaats van de versterkers, wat meteen ook de gortdroge sound verklaart. Door al die instrumenten te strippen tot hun naakte essentie, klinkt Deerhunter meer naturel dan ooit tevoren, met meestal charmante resultaten tot gevolg. Het sterke ‘What happens to people’ bijvoorbeeld, dat draait rond simpele piano-motiefjes en een no-nonsense ritmesectie, demonstreert dat Deerhunter niet meer wil provoceren, maar de melodieën gewoon voor zich laat spreken.

Sfeer ten overschot op ‘Why hasn’t everything already disappeared’, dankzij prima functionele tracks als ‘Greenpoint gothic’ en ‘Tarnung’, die niet zouden misstaan op de instrumentale zijde van David Bowies ‘Low’. Door akoestische instrumenten zoals klavecimbel en xylofoon te integreren met analoge synthesizers, schept de band een soort van wildwest/sci-fi setting. In ‘No one sleeping’, waar een spookachtige synthesizer-lijn Bradford Cox z’n donkere teksten onderstreept, is het niet moeilijk om een dorpje in het Wilde Westen te visualiseren dat ‘s nachts geteisterd wordt door ufo’s. Eindigend met een magistrale uitgesponnen outro, is het samen met tegendraadse afsluiter ‘Nocturne’ een van de hoogtepunten op dit album.

Helaas neigt Deerhunter op een aantal nummers toch wat teveel naar doorsnee indie-middelmaat. ‘Death in midsummer’ en ‘Element’ (vreemde singlekeuzes trouwens) zijn behoorlijk repetitief en bij wijlen zelfs ongeïnspireerd. Op geen enkel moment treffen we hier de speelsheid aan waar de groep normaal gezien in uitblinkt. Ook ‘Futurism’ was in z’n opwindende live-versie aanzienlijk interessanter, in tegenstelling tot deze tamme opname. Derde single ‘Plains’ is op zich wel een leuke, opzwepende track, maar wijkt door z’n dansbare karakter iets af van de overige songs.

Als we naar het totaalplaatje van ‘Why hasn’t everything already disappeared’ kijken, dan klopt alles uiteindelijk wel – ondanks enkele zwakkere momenten. Deerhunter klinkt organischer en toegankelijker dan voorheen, en de sterke songs compenseren zeker voor de zwakkere. Bijgevolg slaagt de band er opnieuw in een volstrekt unieke plaat te maken in een al rijkelijk gevulde discografie. Toch zien we hen graag weer wat meer experimenteren in de toekomst. En wat de gitaren betreft: die mogen gerust weer in de versterkers geplugd worden.