Destroyer vertelt in schoonheid datgene wat kapot maakt op ‘Labyrinthitis’

door Jonas Van Laere

Beste heer Bejar, mogen we Dan zeggen? Of word je liever aangesproken met ‘Destroyer’? Alhoewel, jou aanspreken met Mijnheer Destroyer klinkt net te absurd. Aangezien jouw muziek in schril contrast staat met de vooroordelen die de verwoestende naam mogelijks oproept. Mogelijks krijg ik geen antwoord op deze vraag. Laat met toe dapper te zijn en zelf de beslissing te nemen. Jouw respons zal op zich laten wachten. Dat heb ik na al die jaren reeds ondervonden. Ondanks jouw aanwezigheid in mijn living, badkamer, op mijn fiets, in de trein, in de tuin tijdens een barbecue blijf ik het gevoel hebben dat onze relatie weinig wederzijds communicatief is. Misschien brengt dit schrijfsel daar verandering in. 

Aangezien dit mijn derde opeenvolgende review van één van jouw platen is, wou ook ik mijzelf eens van een andere kant tonen. Iets wat jij, afgaande op je repertoire, jezelf eigen hebt gemaakt. Al blijf ik net als jij trouw aan mijzelf. Ik zoek geen uitersten op, noch experimenteer ik met invalshoeken die totaal buiten mijn comfortzone of interessegebied liggen. Ik zoek gewoon een andere uitingsvorm voor mijn mogelijkheden. Misschien is dat wel de leerschool die ik onbewust doorheen tien jaar Destroyer doorlopen heb. Blijf trouw aan jezelf, maar durf soms onontgonnen terrein te betreden. 

Het was ‘Kaputt’ – alweer een geniaal staaltje van jouw vermakelijke keuze in namen – die me destijds helemaal overstag liet gaan voor jouw minzame manier om indie een jazzfunk-elan mee te geven. Sindsdien stelde je me nooit teleur. Je eigenzinnige manier om op licht mysterieuze wijze helend te zijn voor de ziel heeft al meermaals een boost gegeven aan mijn dag. Terwijl je je denkbeelden tijdens ‘Labyrinthitis’ aan me laat verschijnen merk ik op dat de gelukzalige glimlach opnieuw mijn bondgenoot is.

Nu de naam van de plaat gevallen is, geef ik je enkele van mijn indrukken en hersenspinsel mee. Geheel vrijblijvend, van kennis tot kennis. Ik durf hier het woord vriend niet te gebruiken, gezien de nogal eenzijdige relatie op dit moment. Het is een illusie dat we elkaar ooit gemoedelijk in de armen zullen vallen als kameraden die elkaar lang niet hebben gezien. Eenzelfde waanidee bezing je in ‘Suffer’, alwaar het hoofdpersonage een lijdensweg ondergaat in zijn of haar verlangen naar grandeur en faam. Die aanblik van zielenleed klinkt in jouw muzikale wereld eerder aanlokkelijk. De drum klinkt vastberaden, de gitaren lijken de naïeve zoektocht te stimuleren en de waarschuwende tweede stem is evenwaardig motiverend als alarmerend. “You’re gonna suffer” klonk nooit zo aanlokkelijk. 

Ik ken helaas te weinig van kunst, beste Dan. Ik weet dus niet waarom de Italiaanse renaissanceschilder Tintoretto zo belangrijk is, of was. Dit gebrek aan (voor)kennis maakt het nummer aan zijn adres niet minder intrigerend. Ik stel me dankzij de vervormde synths en spottende blazers voor dat de Tintoretto een rebels kant had. Een kunstenaar met een punkers hart anno 16de eeuw. Gedreven door een krachtige overtuiging die zich eerder in de grijze dan de witte zone bevindt, varend in een Venetiaanse gondel onder de schijn van de volle maan. Een fel licht tijdens een duistere nacht: “Tintoretto, it’s for you”. 

Ik kijk enorm uit naar het moment dat je deze nummers live te berde brengt. Ze klinken namelijk als voorbestemd om op een podium boven zichzelf uit te stijgen. Hopelijk ergens bij ondergaande zon, met een glas wijn in de hand. Het moderne disconummer ‘June’ kan generaties met elkaar verbinden. Tijdens ‘All my pretty dresses’ dans ik opgetogen met de onbekende buur naast me en delen we een blik die enkel te vertalen valt als geniet van dit eigenste moment in al zijn onbeduidendheid. Ik haal de polonaise boven en verlies ik mijn innerlijk kompas wanneer je ‘Eat the wine, drink the bread’ speelt. De bewustwording daarvan gebeurt dan wel tijdens ‘The states’. What goes around comes around, is het niet? 

Felicitaties zijn overigens op zijn plaats voor twee onverwachte wendingen op deze plaat. Jouw wiegenlied ‘The last song’ schetst op schrijnende wijze de zelfverminkende kant van de drang naar eer en glorie. Kwelling in zijn meest zachtaardige vorm. Die tederheid komt in een meer opmonterende versie terug tijdens het titelnummer. Is het jouw kind dat in al zijn onbevangenheid omgeven wordt door ambient en witchhouse? 

Je bezingt op ‘Labyrinthitis’ niet de ontsteking van de gehoorgang en het evenwichtsorgaan, wel van de teloorgang van de persoonlijke balans. De wereld van pracht en praal is vaak onoprecht en bevat meerdere valkuilen voor de ziel. De muziek die jij maakt is dat niet. Ze klinkt zuiver, betrouwbaar, geeft zuurstof aan mijn geest en belichaamt een vorm van genot die perfect samengaat met de zachte gloed van de zon, een smaaksensatie van een goed glas wijn en het betoverende van charmant gezelschap. Bedankt Dan, om hetgeen dat kapot maakt in schoonheid te vertellen. 

Destroyer stelt op 9 oktober het album voor in Trix (tickets en info).