Duik samen met The Good, The Bad & The Queen in de Britse politiek op ‘Merrie land’

door Koenraad Stevens

Elf jaar na de release van het zelfgetitelde debuut komt The Good, The Bad & The Queen met opvolger ‘Merrie Land’. De band wordt nog steeds gevormd door Damon Albarn (Blur, Gorillaz), Paul Simonon (The Clash), Simon Tong (The Verve) en Tony Allen (Fela Kuti). Albarn noemt het album een afscheidsbrief van de EU waarin het Brit-zijn anno 2018 wordt omschreven.

Met het openende titelnummer – eveneens eerste single – krijgen we meteen een anti-Brexitnummer: “So rebuild the railways / Firm up all the roads / No one is leaving / Now this is your home”. Op zich een mooie opener, al grijpt het niet meteen naar de keel. Het creëert wel meteen een intrigerende sfeer om het album in te zetten. ‘Merrie Land’ verwijst volgens Simonon overigens naar een sentimenteel, nostalgisch beeld van een Engeland dat eigenlijk nooit heeft bestaan. Tweede single ‘Gun to the head’ mag er ook best nog zijn. Dit meebralnummer creëert een hoog samenhorigheidsgevoel en roept bij ons het beeld op van een dronken Pete Doherty die in een zaal waar de tl-lampen al branden, de laatste gasten muzikaal naar buiten begeleidt.

Daarmee is jammer genoeg het vet al grotendeels van de soep. De volgende nummers blijven volgestouwd met complexe teksten en geven geregeld de indruk onderling inwisselbaar te zijn. Op muzikaal vlak blijven ze over het algemeen behoorlijk somber. Het wordt op den duur allemaal wat zwaar en we krijgen zin in het lichtere Albarn-kaliber in het genre van Blurs ‘Country house’. ‘The great fire’, verwijzend naar de brand in Londen van 1666 (of was het de Grenfell Tower van vorig jaar?), begint nog aanstekelijk, maar trapt uiteindelijk in dezelfde val. Op ‘Lady Boston’ wordt de sfeer zowaar nog zwaarmoediger wanneer het Welshe koor Côr y Penrhyn Bethesda invalt.

Het gaat even terug de goeie kant op met ‘Ribon’, een eerder korte ballad met luchtigere teksten waarop de stem van Albarn, voorzien van een flinke portie distortion, volledig tot zijn recht komt. Maar met het slordig gestructureerde ‘The last man to leave’ gaat onze interesse alweer de dieperik in. Afsluiter ‘The poison tree’ is een van de betere, al slaagt het er niet meer in het album te redden.

‘Merrie land’ slaagt er niet ons mee te nemen in het verhaal. Aan de andere kant van het kanaal is er mogelijks meer belangstelling voor deze politieke analyse, maar hier valt het album muzikaal te zwak uit om de boodschap overtuigend te brengen. De samenstelling van deze supergroep brengt hoge verwachtingen met zich mee, en die worden helaas niet ingelost.