Een freudiaanse analyse van ‘Boy king’, de nieuwe Wild Beasts

door Max De Moor

“Er bestaan geen grote rocksterren meer”. Het interview van Sean Dhondt met Matthew Healy van The 1975 op Rock Werchter neemt onverwachts een serieuze wending. Waarom hij de draak met zichzelf durft steken, wil de Festivalitis-presentator weten. “Iedereen weet hoe makkelijk je cool kunt zijn, dus als iemand cool is, vertrouw je dat niet. {…} Neem nu dit leren jasje. Dat moet je in een bepaalde context zien.” “Leuk jasje”, antwoordt Sean doodleuk. In tijden van sociale media is zelfbewustzijn het nieuwe cool. Enkel Sean lijkt zich daar nog niet bewust van.

Voor Wild Beasts zijn leren jasjes en de mannen die ze dragen al vier platen lang een fixatie. Ze begonnen hun groep als alternatief voor de testosterongedreven gitaaracts die midden jaren 2000 en masse gehyped werden. In nummers als ‘Nature boy’ fileerden ze op genadeloze wijze machoclichés. Maar zijn ze zelf wel een haar beter? Een pijnlijke breuk overtuigde frontman Hayden Thorpe van niet. “We zijn allemaal slaven van onze kinderlijke veronderstellingen hoe een man of vrouw hoort te zijn”, vertelde hij ons. Op ‘Boy King’ gooit de band het roer om en geven ze zich eindelijk zelf over aan hun meest primaire driften.

Zo klinkt het op ‘Get my bang’ veelzeggend: “I feel it, the real id”. Het freudiaanse oerinstinct regeert, dat mag van bij hun eerste nieuwe single duidelijk zijn. Ook hun geluid volgt het principe van direct te bevredigen behoeftes. Niet dat Wild Beasts plots uitpakken met catchy refreinen of breed uitwaaierend gitaarsolo’s, integendeel: het nieuwe werk komt een stuk bitsiger uit de hoek. ‘Eat your heart out, Adonis’ tovert alleen al omwille van de titel een sardonische glimlach op onze lippen.

De keerzijde van de medaille is dat de nieuwe nummers aan gelaagdheid moeten inboeten. Op ‘Tough guy’ worden nog een aantal rake klappen uitgedeeld en ‘Big cat’ drijft op een ingehouden spanning, die midscheeps raak schiet. Niet door voorspelbaar crescendo te gaan, wel door een wanhopige snik die plots hoorbaar is in Thorpe’s falset. Die momenten intrigeren, al worden ze overtroeft door gepoch over ontembare beesten, zware jongens en ontzagwekkende alfavrouwen. Op de achtergrond sluimert voortdurend de schaduwkant van hun ongebreidelde lusten, maar tot een confrontatie komt het niet.

Misschien valt het antwoord wel gewoon te vinden bij de huispsycholoog van deze bende? Wat Freuds theorie net zo interessant maakt is het conflict tussen de psychologische mechanismen: het geweten biedt een tegengewicht voor de driften. Op ‘Boy King’ krijgen we een (te) eenzijdig verhaal te horen en dat dreigt te vervelen. Of om even terug te keren naar Matthew Healy: “Waarom niet over alles zingen in plaats van enkel de traditionele rockclichés?” Zelfverklaarde eikel of niet, we neigen de frontman van The 1975 gelijk te geven. Het gekke is dat Wild Beasts dat zelf al beseften. Voorganger ‘Present tense’ sloot destijds af met de berustende boodschap: “We may be savage and raw but at the core / we’ve higher needs”. Welaan dan: wij ook, jongens, wij ook.

Album verdeeld door V2 Records.

Wild Beasts spelen 12 oktober in de Botanique. Alle info en tickets vind je op de website van de concertzaal.