‘Elastic days’ is een typisch J Mascis-album zonder meer

door Frederik Jacobs

Net zoals hun hoezen op elkaar lijken, lijken de drie laatste solo-albums van J Mascis ook muzikaal erg op elkaar. Verwissel twee songs van plaat, en niemand zal het merken. Als je Joseph Donald Mascis Jr. heet, hoeft dat echter geen probleem te zijn. Het blijft werken, die hypermelancholische, melodieuze gitaarfolk in combinatie met ‘s mans unieke stem. Memorabel is ‘Elastic days’ niet. Genietbaar, dat zeker en vast wel.

Toen bassist Lou Barlow in 1989 uit onvrede Dinosaur Jr. verliet en zich ging focussen op Sebadoh, kreeg Mascis vrij spel in de iconische gitaarband. Dat merk je heel erg in zijn solonummers, die over het algemeen klinken als typische Dinosaur Jr.-songs, maar dan met een akoestische gitaar in plaats van een elektrische. Je kent die unieke sound ondertussen wel – zo niet: stop met het lezen van deze recensie en ga de hele nacht grasduinen door het magnifieke oeuvre van Mascis en DJr. -, de pijnlijk zeurderige stem van de langharige introvert leidt als vanouds naar emotionele hoogtepunten. De neerslachtigheid als muze, aangekleed met vernuftig, melancholisch gitaarspel.

Ook anno 2018 heeft Mascis reden om triest te zijn. “Won’t you come and see me?/I’ll be fine/Sealing us together one more time” in het mooie ‘Web so dense’ doet diep gemis vermoeden – al zullen we dat nooit rechtstreeks uit de mond van de extreem gesloten man horen. Muziek lijkt soms wel zijn enige manier van communiceren, en daarbij gooit hij op cryptische wijze meteen álles op tafel. De titeltrack lijkt te insinueren dat Mascis’ huwelijk met Luisa onder druk staat: “Tired out/to think I’ll meet you/Had a doubt/that I’ll leave you.” Maar we willen niet voorbarig zijn; met J Mascis weet je nu eenmaal nooit. Blij klinkt hij alleszins niet. Blij heeft hij nog nooit geklonken.

Mascis wordt binnen de alternatieve muziekwereld vaak gezien als een van de beste gitaristen aller tijden. Ook op zijn solowerk haalt hij zijn elektrische compagnon graag naar boven voor zijn o zo typische gitaarsolo’s. Soms is het een beetje overbodig – daarvoor luisteren we wel naar Dinosaur Jr. – maar matige songs als ‘Picking out the seeds’ krijgen er wel een nodige energieboost door. De meest door merg en been snijdende solo’s vinden we tijdens boeiende opener ‘See you at the movies’, dat bovendien extra kleur krijgt dankzij de gaststem van Pall Jenkins (The Black Heart Procession). Hun samenzang – het lijkt wel een wedstrijdje om het meest gebroken klinken – komt echter het meest tot z’n recht in uitschieter ‘Give it off’.

Zoals eerder gezegd flirt J Mascis op ‘Elastic days’ hier en daar met de middelmaat; de songs lijken over het algemeen op elkaar, maar sommige zijn écht wel een niveautje lager dan we van hem gewoon zijn. Gelukkig zorgen de gaststemmen voor afwisseling, en zit het ‘m soms gewoon in details: denk aan de leuke piano in ‘Drop me’ of de stroomversnelling in ‘Sometimes’. Zo weet de Amerikaan de plaat toch boeiend te houden, en boetseert hij hem tot een aangenaam luisterstuk. Zonder veel meer.