Faye Webster stoft americana af voor hiphopfans met ‘Atlanta millonaires club’

door Mattias Goossens

In de Verenigde Staten draaft Lil Nas X al enkele weken rond op nummer één in de billboards met zijn countryrap, en dus wordt stadsgenoot Faye Webster enthousiast mee op die countryrevival-huifkar geplaatst. Onterecht, want met het openhartige ‘Atlanta millionaires club’ mikt deze 21-jarige singer-songwriter allerminst op de hitlijsten.

Natuurlijk beschikt Faye Webster wel over een goed verhaal, wat altijd van pas komt als je opgemerkt wil worden. In raphoofdstad Atlanta was ze op school bevriend met Lil Yachty, en als jonge fotografe haalde ze onder meer Migos en Killer Mike voor haar lens. Na een grote campagne voor Nike, werd ze met haar muziek opgemerkt door rapper Father, die haar inlijfde op zijn label Awful Records (met als labelgenoten o.a. Playboi Carti, Tommy Genesis en Abra). Hij is te horen tijdens ‘Flowers’, dat Webster schreef als eerbetoon aan hem.

Zes jaar na haar eigenhandig uitgebrachte debuut ‘Run and tell’ en die eerder vermelde avonturen in hiphop-land later, klinkt Webster al een pak minder traditioneel. Toch is ‘Atlanta millionaires club’ in de kern een zeemzoete liefdesplaat geworden, waarin een melancholische pedalsteel en romantische teksten een belangrijke rol spelen. Revolutionair is het allemaal allerminst, maar Webster stoft americana, folk en bluegrass wel af voor een nieuwe generatie tieners die op ontdekking gaan en misschien wel eens wat anders willen dan de gekende beats en bars. Lokt Lil Nas X misschien wat liefhebbers van country naar hiphop, dan effent Webster het pad in de omgekeerde richting.

Dat kan bijvoorbeeld met het zwoele ‘Come to Atlanta’ dat steunt op een hiphop-beat met funky blazers, en wat later een traditioneel jasje krijgt met houtblazers en subtiele strijkers. Nog een uitschieter is single ‘Right side of my neck’, een melancholisch en poppy liefdeslied dat je een vertrouwd parfum en bijhorende herinneringen doet ruiken. Met tien nummers op een half uur is deze derde plaat niet bijster lang, en haar soms zeurderige stem kan niet de hele duurtijd blijven charmeren. Wel pent ze openhartige en directe teksten, waarvan je de refreinen al na een paar luisterbeurten kunt meefluisteren. Met het smekende ‘Jonny’ heeft ze bovendien de ideale soundtrack voor wie een laatste borrel bestelt in het plaatselijke saloon.

Met uitzondering van ‘Come to Atlanta’ en ‘Flowers’ helt de balans bij Faye Webster nog steeds voornamelijk over naar haar vertrouwde roots(muziek). Desalniettemin laat ze al een fris geluid horen, dat hopelijk in de toekomst nog verder de contrasten tussen hiphop en country gaat opzoeken.

Faye Webster speelt vrijdag 31 mei op Best Kept Secret.