Fever Ray serveert pokkeherrie en enkele vleugjes subtiliteit op ‘Plunge’

door Joris Blondeel

Ongeveer tien jaar geleden was het Zweedse duo The Knife de absolute lieveling van de electronica-minnende indiescene. Na de release van ‘Silent shout’ (2006) werden superlatieven uit de kast gehaald voor de baanbrekende proto-witchhouse van het vreemde duo uit Stockholm. Niet veel later verzandde The Knife echter in een bedenkelijk soort van-de-pot-gerukt intellectualisme waarbij de muziek ondergesneeuwd leek te raken onder een stortvloed aan overbodige concepten. Aansluitend daarop werden er bedenkelijke uitstapjes richting  opera en theater gezet die weinig zoden aan de dijk brachten.

Godzijdank konden we in de tussentijd teren op het onwaarschijnlijk sterke solo-materiaal van vrouwelijke helft Karin Dreijer Andersson, dat in 2009 onder de noemer Fever Ray het levenslicht zag. Dat donkere sprookje was misschien zelfs sterker en geloofwaardiger dan de vaak ontaarde herrie van The Knife. Trouwens, zonder Fever Ray en The Knife geen Balam Acab, Holy Other of Purity Ring. In eigen land komt het sterke debuut van FÄR bij momenten aardig in het donkere kielzog van de Zweedse wegbereiders.

Nu is er dus nieuw werk van Fever Ray én aansluitend ook een pak torenhoge verwachtingen. Om gelijk met de deur in huis te vallen; die verwachtingen  worden wat ons betreft helaas niet ingelost. Het (donkere) sprookje vanop het debuut is helemaal weg of ontaard in een angstwekkende psychotische nachtmerrie.

Desondanks is ‘Plunge’ in zijn geheel niet bepaald een slecht album. Sterke nummers als ‘Mustn’t hurry’ (met knappe opbouw en heerlijk tegendraadse ritmes), ‘Falling’ of het ijzersterke instrumentale titelnummer bewijzen dat Karin hét nog steeds kan. Vooruitgeschoven single ‘The moon and back’ is zelfs behoorlijk catchy, met een middenstuk dat wel heel nadrukkelijk knipoogt naar ‘Silent shout’ en muzikaal best te pruimen is. Het woord ‘pruimen’ willen we hier tegen wil en dank nog eens extra benadrukken, want de artistieke meerwaarde en subtiliteit van de slotzin “I want to run my fingers up your pussy” ontgaat ons helemaal. Net als de clip trouwens, waarin we lichtjes misselijk werden en ongewild aan een van de vele ziekmakende, pathetische incarnaties van Marilyn Manson moesten denken.

Eerlijk: een uniek talent als Karin Dreijer hoeft de provocatie of het armzalige label ‘Explicit’ toch niet op te zoeken om wat extra aandacht te krijgen? Sommige nummers, zoals het enerverende, ronduit wansmakelijke ‘IDK about you’ of het bangelijk horror-achtige ‘This country’ waren gewoonweg té pijnlijk -of afstotelijk om helemaal af te luisteren.

Een beetje een gemiste kans dus, al dat vreemde, geforceerde en wanstaltige gedoe op ‘Plunge’. Tussen al die herrie zit wel voldoende materiaal voor een sterke ep.  Hopelijk krijgen we de volgende jaren van Fever Ray (en van The Knife) eindelijk wat minder overbodige toeters en bellen en opnieuw gewoon baanbrekend sterke innovatieve muziek. In afwachting daarvan luisteren wij alvast nog even graag naar topnummers als ‘Keep the streets empty’, If I had a heart’ en ‘When I grow up’.