Forma trekt op ‘Semblance’ het krautvat verder open

door Milena Maenhaut

Forma bewandelt sinds z’n debuut uit 2011 een eigenwijs pad van minimalisme, ambient en hardnekkige ritmes. Na enkele donkere platen die meer bestemd waren voor de dansvloer, betrok de band op ‘Physicalist’ in 2016 voor het eerst akoestische instrumenten in hun al breed arsenaal. Bovendien was ‘Physicalist’ de eerste plaat van het drietal bij het Amerikaanse vernieuwende en onafhankelijke label Kranky Records, waar ook Dedekind Cut en Grouper huizen. Die ommezwaai leunt nu eens harder, dan weer subtiel aan bij de Duitse krautrock van de vroege jaren ‘70. Op opvolger ‘Semblance’ trekt het trio uit Brooklyn het krautvat behendig verder open.

Aanvankelijk lijkt het alsof Forma op ‘Semblance’ hun muzikale levensweg overdoet. In ‘Crossings’ en ‘Ostinato’ flitst de stuwende dansmuziek van het zelfgetiteld debuut voorbij. Dat is steeds atmosferisch, herhalend en beheerst opgebouwd, maar daarom niet bijster spannend.

Net wanneer we dachten dat het trio zich niet comfortabeler in hun comfortzone – of een voor Forma gepaster equivalent, de verduisterde lounge van een technoclub – kon nestelen, wordt het interessanter. Zo toont ‘Three-two’ zich vanaf de tweede helft een stuk dynamischer. Achter een masker van repetitieve ambient – je moet dan wel goed luisteren – zit een doedelzak, zeegeluiden en zelfs wat op een Nokia-bliepje lijkt, verborgen. Met een onverwachte outro van drums en grillige strijkers wordt een experimentele tweede helft van het album ingezet. De band herrijst en kiest daarvoor het progressieve verzetsklimaat van de jaren ‘70.

Het experiment wordt mooi verdergezet in ‘Cut-up’ en ‘New city’. Ook al resoneert het repetitieve, wordt het album steeds rijker en complexer. In ‘Cut-up’ dartelen futuristische electronica en vervormde stemmen hand in hand met atmosferische toetsen. Ook in het uitgesponnen ‘New city’ wordt allerlei futuristische electronica in evenwicht gebracht met akoestische pianoakkoorden en rollende percussie. ‘Ascent’ verwelkomt eveneens etherische synths en vluchtig toetswerk in een huwelijk dat een vroege Tangerine Dream echoot.

Forma verzoent om ‘Semblance’ digitaal met analoog. Een overwegend akoestisch nummer zoals ‘Improvisation for flute and piano’ dat als de vreemde eend in de bijt ‘Physicalist’ afsluit, krijgen we op ‘Semblance’ niet. Wel wordt het akoestische geleidelijk opgenomen, en dat gebeurt harmonischer dan op de voorganger. De band volgt zo de omgekeerde evolutie van een krautrockpionier als Tangerine Dream, die steeds meer ging steunen op computergestuurde geluiden.