Four Tet versmelt carrièrehoogtepunten op ‘New energy’

door Mattias Goossens

En plots was daar een nieuwe plaat van Four Tet. De Britse producer Kieran Hebden bracht zijn negende album volledig in eigen beheer uit, zonder bijhorende mediacampagne of bemoeienissen van platenlabels. Nu is Four Tet niet bepaald de artiest die om wat eigenzinnigheid verlegen zit – vorige conceptplaat ‘Morning / evening’ bestond uit twee zijdes van elk twintig minuten, vol uitgepuurde electronica, afrobeat en ambient. Op ‘New energy’ graaft Hebden verder in zijn verleden, en laat hij nagenoeg alle genres die hij ooit aanraakte versmelten tot een nieuwe mijlpaal in zijn discografie.

Voordat hij zich ontpopte tot een van de meest getalenteerde en originele producers van zijn generatie, was Hebden actief bij postrock-band Fridge. Die achtergrond was nog te horen op zijn eerste albums en maakte van ‘Rounds’ uit 2003 tot op vandaag een productioneel en muzikaal hoogstandje. Gaandeweg smokkelde hij meer invloeden uit de clubwereld naar binnen. UK Garage, drum ‘n’ bass, techno en house passeerden allemaal in verknipte en verdraaide gedaantes de revue, verrijkt met samples uit alle uithoeken van de wereld. Op ‘New energy’ zijn het merendeel van die stijlen terug te vinden en balanceert Four Tet op de grens tussen hoofdtelefoonmuziek en dansvloervullers.

Die grote verscheidenheid had voor een eclectische warboel kunnen zorgen. In de handen van Hebden loopt alles echter naadloos in elkaar over. Naar het einde toe mogen de nummers zelfs weidser uitdeinen, met meditatieve gevolgen. Zo begint ‘Memories’ als achtergrondmuziek bij een ochtendlijke yoga-sessie, om halverwege via een technobeat op de achtergrond je hartslag de hoogte in te jagen. ‘Daughter’ komt dan weer voort uit een huwelijk tussen Massive Attack en Bonobo. Stuk voor stuk een genot om naar te luisteren.

Korte intermezzo’s zorgen voor ademruimte tussen de veeleer langere composities die met veel oog voor detail in elkaar gepuzzeld zijn. Het is onbegonnen werk om elk geluid te proberen traceren, en tijdens elke luisterbeurt vallen nieuwe klanken op – van de ritselende houten windklok in ‘Lush over de vogeltjes en voetstappen in ‘Tremper’ tot de jazzy blazer in ‘Scientists’. Knisperende electronica (‘LA trance’) wordt wat later gevolgd door de onversneden house die hij op ‘Beautiful rewind’ (2013) en ‘Pink’ (2012) al omarmde. Vooral in ‘SW9 9SL’ mikt Four Tet resoluut op de benen. Hoogtepunt is afsluiter ‘Planet’, waarin een galmend klokkenspel en verknipte vrouwenstemmen doen terugdenken aan ‘There is love in you’ (2010) en de harp had niet misstaan op ‘Rounds’.

Door terug te grijpen naar de beste elementen uit zijn oudere werk, creëert Hebden een nieuw hoogtepunt in zijn carrière. Individueel schieten de nummers soms te kort om echt indruk te maken, maar als totaalplaatje biedt ‘New energy’ keer op keer een hartverwarmende trip.