Foute keuzes laten Charlotte Cardins ‘Phoenix’ snel uitdoven

door Sarah Van der Straeten

Een blik werpend op de tracklist voor ‘Phoenix’, besluipt ons de dreiging van een dubbeltje op zijn kant. Ofwel verbergen ietwat foute titels als ‘Good girl’, ‘Sad girl’ en ‘XOXO’ net als het eerder geloste ‘Daddy’ geslaagde pop, ofwel slaat de air van clichés en oppervlakkigheid ervan ook op de inhoud. Goede ideeën en een sterke stem ten spijt, komt ‘Phoenix’ helaas terecht aan die teleurstellende kant van de verwachtingen.

Vier jaar na ep ‘Main girl’ bokst Charlotte Cardin nog onder haar gewicht op debuutalbum ‘Phoenix’. Wanneer er een veelvoud aan opmerkingen zich snel aanmeldt in plaats van complimenten, heeft er te weinig gewerkt van wat Cardin allemaal heeft uitgeprobeerd. De ontoereikende teksten van ‘Phoenix’ voorop, samen met de structuur en beperkte onderwerpen vormen de grootste struikelblokken, die niet ontweken dan wel zelf geplaatst werden als gevolg van beklaaglijke artistieke keuzes.

Die weinig renderende keuzes lijken de grootste zwakte te zijn van Charlotte Cardin als singer-songwriter. Door haar robuuste stem het hoofdpersonage van nummers te maken en niet zoals Jazmine Sullivan ervoor te kiezen om die achter de hand te houden om dan op gerichte momenten nummers gedroomd af te werken, krijg je overdreven aandachtrekkers als ‘Anyone who loves me’ en Meaningless’, die potentieel laten liggen. Wanneer Cardin dan wel kiest voor een soberder stijl en het showgehalte terugschroeft, komt er toch moois tevoorschijn. ‘Daddy’ blijft ellenlang charmeren en ‘Oceans’ weet zowaar drama en nonchalance zo goed als kan te verzoenen.

Een andere misgelopen beslissing zit in de onderwerpen, of het gebrek eraan. Door niet zoals Rina Sawayama op haar debuut te kiezen voor een uiteenlopende waaier aan onderwerpen zoals vriendschap, kapitalisme en toxic masculinity, maar enkel over liefde en vergezellende perikelen te mijmeren met te simpele bewoordingen, valt ‘Phoenix’ te snel in herhaling. ‘Sex to me’ barst van de tenenkrullende lyrics en rijmen, ook ‘Romeo’ doet niet beter. Radiohead opsplitsen en dwingen te rijmen met Romeo en rodeo is even gek als geniaal, maar overtuigen doet het niet.

Jezelf kennen als artiest en weten wat werkt en vooral wat niet, het is een onderontwikkelde vaardigheid voor Charlotte Cardin, die ‘Phoenix’ als gevolg te vaak in de steek laat. Zo is het geen toeval dat de overdreven autotune uit opener ‘Phoenix’ ook in afsluiter ‘Je quitte’ onbegrijpelijk terugkeert, daar zit vast ergens een metafoor in voor de hele langspeler. ‘Phoenix’ is een album geworden dat ondanks alles af en toe weet uit te pakken, niet omwille van. “I got an album from this fucking mess”, alleen is het album zelf ook maar een zooitje.