Gelukzalig luieren met Balthazar op ‘Fever’

door Zeno Van Moerkerke

Als dertienjarige dansten wij op ‘This is a flirt’ of ‘Bathroom lovin’: situations’. Wij zijn met andere woorden broekventjes, maar Balthazar zat ook nog stevig in de luiers gemetseld. Hun drie daarop volgende volle pampers leverden uitstekende albums op. Wij luisteren vooral nog die laatste, ‘Thin walls’, een efficiënte golden drop die gracieus oud werd en die gortdroge Balthazar-sound verfijnde tot in de perfectie. De naakte productie, de gitaren zonder reverb of distortion, de drum met drie noten, het straalt allemaal een ongelofelijk zelfvertrouwen uit dat de songs centraal zet. De moeilijke opvolger heet ‘Fever’, en voor die vierde vertrok bandlid en violiste van het eerste uur Patricia Vanneste en vervoegde Tijs Delbeke (Dez Mona, Sir Yes Sir) de gelederen.

Als we de luierdoeken van ‘Fever’ voorzichtig open pulken, verwelkomt de bedwelmende geur van opener ‘Fever’, een koortsdroom van over de zes minuten. De tollende marimba lijkt zo van de hand van Jasper Maekelberg (Faces On TV), die dan ook producer van dienst is op het volledige album. Het nummer vloeit en kabbelt gracieus voort – dus we houden de luiermetafoor er wijselijk even buiten – en toch lijkt het nergens heen te gaan. Een beangstigende vaststelling om het album te beginnen: het doet ons niet bijster veel. Met de bezwerende, ietwat tribale sfeer wordt meteen komaf gemaakt op ‘Changes’. We krijgen synthpop zoals die te vinden was op Tame Impala’s ‘Currents’, geruggensteund door een stevige bas en enkele welgemikte falsetto’s, een killer popsong.

Als we even teruggrijpen naar onze luier, kunnen we stellen dat we net de veiligheidsspelden hebben losgemaakt om nu de kern van de zaak bloot te leggen: welk drolletje heeft Balthazar hier precies voor onze neus gelegd? Het duo ‘Watchu doin’’ en ‘Phone number’ veegt alle twijfels uit als een nat doekje. Het zijn twee aanslepende, opluchtende sessies die zich langzaamaan prijs geven. Maarten Devoldere en Jinte Deprez lijken de woorden uit hun slokdarm te persen, het is onvoorstelbaar hoe kundig ze woorden draperen, zelfs hun ergste buikkrampen zouden op plaat sexy kreunen lijken. Niet alles is even proper eens we het uit de doeken doen: zo is ‘Entertainment’ net iets te slap om het gefluit te rechtvaardigen en meurt ‘Wrong vibration’ iets te veel naar dertien en nog een dozijn andere indienummers. Verdorie, het had zelfs door Bastille gepend kunnen zijn.

Eens de luier achter de rug is, is het tijd om te dansen met die babybilletjes, eerst nog met de klassieke Balthazar-beat van het heerlijke ‘I’m never gonna let you down again’, vervolgens met het verrassend elektronische ‘Grapefruit’ dat zijn zachte perzikpoep op en neer schudt boven de bongos. Uiterst uitgepuurd, groovy en onvoorstelbaar catchy; het getuigt van een Balthazar in topvorm. Om het zaakje af te sluiten is er eerst ‘Roller coaster’, dat onder drang van Oosterse violen al zwiepend talkpoeder in het rond strooit, en tenslotte ‘You’re so real’ dat de doeken toedoet en met de hulp van een gevoelige saxofoon het laatste stof rustig wegblaast met een frisse viooltjesadem, alsof er nooit een pamper in de buurt is geweest.

‘Fever’ is dus geen foutloos, hapklaar pakketje zoals ‘Thin walls’ dat was, maar wel een uiterst geslaagde hervatting na vier jaar soloprojecten. Hier en daar stinkt het een beetje naar makkelijke keuzes, en toch zouden wij wensen dat al onze toekomstige luierverversingen zoals ‘Fever’ mogen zijn. Wij hebben veel onderbroekenlol gehad met het luisteren, en gelukkig weten we dat Balthazar daar ook wel voor te vinden is.

View this post on Instagram

Combinations

A post shared by BALTHAZAR (@balthazarband) on