Gezapig achteroverleunen in de jaren ‘90 met ‘Forever’ van Teen Creeps

door Jonas Van Laere

Als er één ding is dat we Teen Creeps moeten nageven, dan is het dat ze de jaren negentig voor eeuwig in hun hart lijken te hebben gesloten. Geen idee of de titel van hun nieuwe plaat ook hier naar verwijst, maar ‘Forever’ bevat nu eenmaal veel knipogen naar het decennium waarin onder andere Dinosaur Jr., Sonic Youth en Sebadoh de indie scene bevolkten. ‘Forever’ komt er net geen drie jaar na hun debuut ‘Birthmarks’ en volgt een natuurlijke evolutie. Het soms schreeuwerige maakt plaats voor meer melodische zanglijnen. Al blijft het een hele plaat zoeken naar het juiste evenwicht hierin.

Als een ware diesel heeft ‘Forever’ even de tijd nodig om de motor op gang te trekken. Openingsdans ‘Seeing shapes’ klinkt daarbij nog wat suf en voorspelbaar met een wat onhandig naïeve zangpartij, een powerriff uit het grote 90’s pop rock handboek en een een te brave drumpartij. Bij deze zijn de harde woorden er uit. Teen Creeps blijkt zich namelijk te beroepen op hun eindspurt in plaats van te teren op een voortvarende start.

Die tijd tussen begin- en eindnoot wordt gekenmerkt door een zoektocht naar balans. ‘Hideaway’ vindt die dankzij een stevige fundering waarop de melancholie van zanger Bert Vliegen kan gedijen. Al blijft de uppercut van pakweg Greg Dulli net achterwege. Teen Creeps deelt nog regelmatig klappen uit, maar slaat ons daarbij nooit echt tot in het canvas. Net te vaak blijven nummers als ‘Brothers’ en ‘Defender’ hangen in een soort aangename gezapigheid van fuzzy gitaren en weemoedige zanglijnen.

De geesten van Lou Barlow en J. Masics dolen tijdens ‘Fall out’ door de gehoorgang. Stuwende drums dragen de fuzzy gitaarpartijen, wat dan weer tegenwicht biedt aan de mistroostige zang. Teen Creeps vindt hierbij het evenwicht tussen kracht en melancholie. Niet dat er iets vernieuwend te horen valt alhoewel het de band een eigen smoel geeft aan ‘Forever’.

Teen Creeps doolt door relaties en emoties op ‘Forever’. Desalniettemin blijft het gevoel van ware geseling veelal achterwege. Alle emotionele en zoekende miserie is aanwezig. Toch blijven de echte mentale breakdown en de ballen om al die kwelling echt kracht bij te zetten zoekende. Die getormenteerde ziel verbergt zich (te) lang onder de radar en komt pas tijdens afsluiter ‘Crash/land’ toch nog snel even piepen. Jammer dat de stem van Bert Vliegen doorheen de plaat te weinig die rauwe kant heeft opgezocht. Het is net dat wat we gemist hebben. Op het eind van de rit bezit ‘Forever’ te weinig paardenkracht maar geven we grif toe ook gewoonweg, achterover gezakt, te hebben genoten van het ritje.