Ghostface Killah torent boven zijn gastartiesten uit op ‘The lost tapes’

door Jelle Geuns

Het omvangrijke hiphopclubje Wu-Tang Clan draait al sinds het begin van de jaren 90 mee en legde al verscheidene talenten voor die het er eveneens solo van afbrengen. Tot de meest roemruchtige mogen we RZA, Method Man en Raekwon rekenen, al is het vooral de lyrische virtuoos Ghostface Killah (Dennis Coles voor de vrienden) die de laatste jaren weet te imponeren met een zondvloed aan producties. Naast zijn rauwe timbre en scherpe tong zijn het vooral zijn creatieve waaghalzerij en bijzondere neus voor samenwerkingen die hem met kop en schouders boven zijn clanleden doet uitsteken. Zo staat ‘SOUR SOUL’ uit 2015, waar Coles konkelfoest met het Canadese jazzkwartet BADBADNOTGOOD, nog steeds hoog aangeschreven bij menig hiphopzeloot. Ondanks de lovende reacties toentertijd vertoeft Ghostface Killah nog steeds het liefst in de kweekvijver van melodieuze old school. Dat getuigt het vervolgstuk ‘The lost tapes’, waarin hij wroet in de hiphop van de jaren 90, maar dan met een weelde aan gastartiesten.

‘The lost tapes’ barst vrijwel uit zijn voegen wat betreft het aantal samenwerkingen, wat de tel bijhouden een zinloze onderneming maakt. In de lijst zijn verscheidene kleppers te vinden als Snoop Dogg, oude bekenden Raekwon en Killah Priest, E-40 en Planet Asia, maar ook obscure namen als L.A. The Darkman en Hus KingPin. Naast het vereiste hiphopgeweld komen er andere artiesten boven water die niet meteen vanzelfsprekend worden geacht op een hiphopplaat, met name de Engelse triphoplegende Tricky, de bluesrockers van Reignwolf of de Youtube-sensatie met drumstel Luke Holland. Je zou haast denken dat Coles een eigen kliek wil oprichten naast het vermaarde Wu-Tang Clan, al wordt de uitgesproken Ghostface Killah-voorgevel op ‘The lost tapes’ nooit of te nimmer gesloopt. Het totaalplaatje voelt verbazend evenwichtig aan, waarbij genodigden verrassend uit de hoek kunnen komen.

Yes. You hear that motherfuckin’ soul shit? Gimme that shit. Soul rap. R&B. Dusty soul rap. Ghostface Killah.” De intro van ‘The lost tapes’, gekleed in funky old school en ingesproken door de Amerikaanse acteur Michael Rapaport, illustreert klaar en duidelijk wat de vooruitzichten zullen zijn: hiphop die spierballen rolt op een melodieuze nineties vibe. ‘Saigon velour’ weet bijvoorbeeld de woeste rhymes van Ghostface Killah en E-40 te verzoenen met de refreinen die Snoop Dogg kalmpjes aansnijdt. In ‘Buckingham palace’ en ‘Watch ‘em holla’ worden de straatdichters echter opgejut tot het uiterste te gaan middels pittige instrumentals die je doen tandenknarsen.

‘The lost tapes’ blijft echter niet plakken in de tijd van de eerste Air Jordans en salopetten. Zo verzoent ‘Constant struggle’ gospelsamples met de kloeke verzen van Killah Priest en Bishop Lamont, die hier wel een erg toepasselijke naam dragen. De grootste deugd is ongetwijfeld ‘I think I saw a ghost’, waar de bijdragen van Reignwolf en Luke Holland niet van de minste zijn. De rockfactor wordt hier tot de maximale stand gedraaid door het kreunen van scherpe riffs en de vervormde refreinen van Reignwolf-frontman Jordan Cook.

Aanvankelijk onthaalden we het veelvoud aan gastbijdragen op ‘The lost tape’ eerder weifelend. Het zou namelijk een ware travestie zijn, mocht de Ghostface Killah waarvoor we tekenden niet tot zijn recht komen aan de vele zijden van zijn hiphopbroeders. Coles toont zich op deze plaat echter de voorman van zijn eigen hiphopcollectief en spant de teugels aan of laat ze vieren wanneer nodig. De hoge verwachtingen na knaller ‘SOUR SOUL’ worden bijgevolg ingewilligd, op verwonderlijke wijze.