Goed begonnen, half gewonnen met Andy Stott en zijn ‘Too many voices’

door Hanne Craye

De vijfde langspeler van de Britse producer Andy Stott lijkt op het eerste gezicht een heuse liefdesverklaring. Met titels als ‘Butterflies’ en ‘Waiting for you’ zou je kunnen vermoeden dat hij het album maakte voor Die Ene Speciale. Mocht dat het geval zijn, hopen we in ieder geval voor die persoon dat Stotts hart minder duister en onrustig is dan het album dat hij net maakte.

Van wal steken doet het uiterst bevreemdende ‘Waiting for you’. Enige vorm van melodie is ver te zoeken, en het lijkt haast een poging tot contact met buitenaards leven. Misschien wou Stott zijn luisteraars testen? Wie immers al afhaakt na dat vreemde schepsel, heeft geen recht op al het moois dat daarna volgt. Het al eerder geloste ‘Butterflies’ bewijst dat Stott de gave tot minutieus opbouwen nog niet verleerd is. Hij weet de aandacht te trekken met een bijzonder geluidje, dat hij vervolgens gelaagd laat openbloeien. Je geduld wordt op de proef gesteld, maar de beloning is des te groter wanneer alle elementen eindelijk samenkomen.

Van hetzelfde laken een broek bij ‘New romantic’: een verre, onheilspellende beat klinkt almaar sterker, tot die uiteindelijk vervoegd wordt door een metalig, ongemakkelijk geluid. Het nummer mondt uit in duistere, lo-fi-techno die herinnert aan het knoppenspel van Gesaffelstein. Nergens vallen de vocals te onderscheiden en door de herhaling smelten ze moeiteloos samen met de instrumenten, totdat ze er zelf bijna één worden.

Tot dan toe zijn alle nummers gebaseerd op repetitieve gelaagdheid die een zekere regelmatigheid oproept. Halverwege komt daar met ‘Forgotten’ echter verandering in: de song is onrustiger en Stott voorziet het van onverwachte uithalen. Ook krijgt het industriële langzaamaan een grotere rol toebedeeld. We horen geluiden die uit een verlaten fabriek lijken te komen, waarbij de wind een loshangende metalen deur telkens opnieuw tegen zijn scharnieren ramt. De bassen worden steeds sneller en onrustiger, waardoor de strakke, trage beats gedwongen worden een stap opzij te doen.

Het duurt niet lang voor de begeleidende beats helemaal verdwijnen: op afsluiter/titelsong ‘Too many voices’ is van de techno van weleer niets meer te bespeuren. Stott zet verrassend genoeg in op de vocals en produceert zo iets dat gevaarlijk dicht aanleunt bij a capella. Het woord ‘gevaarlijk’ is hier op z’n plaats, want het slotnummer mist alles wat het begin van de plaat zo intrigerend maakt: gelaagdheid, opbouw, spanning en vooral de duistere beats. We moeten het hem evenwel nageven: de paradox die hij creëert tussen titel en uitvoering kunnen we best appreciëren.

‘Too many voices’ weet dus – vooral in het begin – zeker te bekoren.  Het is alleen jammer dat de tweede helft iets vluchtiger is en minder strak afgebakende instrumenten aan de dag legt. Conclusie: best goed, maar minder indrukwekkend dan Stotts vorige creatie, ‘Faith in strangers’.

‘Too many voices’ werd verdeeld door N.E.W.S.

Andy Stott heeft voorlopig geen shows gepland in ons land.