Grand Blue Heron ontketent zichzelf op ‘Come again’

door Yannick Verhasselt

Grand Blue Heron is ontstaan uit het volwaardig afgesloten hoofdstuk getiteld Hitch, een band waarvan de geschiedenis teruggaat tot diep in de jaren 90. De Kortrijkse groep haakt net zoals op de vorig plaat ‘Hatch’ nog steeds diep in op die typische jaren ’90 grunge, maar klinkt in tegenstelling tot het met voornamelijk postpunk beladen debuut gretiger, rauwer en snediger dan tevoren.

Het bewijs daarvan hoor je al bij opener ‘Head’, die je van bij de start meteen bij je nekvel grijpt, fel tegen de muur kletst om daarna recht in een eerste moshpit te keilen. Lamonts gruwelijke vocals stuwen door je oren terwijl je overrompeld wordt door woelige gitaarlijnen die doen denken aan de glorietijden van At The Drive-In. Het furieuze ‘Chlamydia’ lijkt daar zelfs nog een schepje bovenop te doen met een instrumentatie die nog woester tekeer gaat.

Op titelnummer ‘Come again’ komen we die verdomde muur weer tegen maar dit keer is ze gehuld in het postpunk-jasje dat we nog een klein beetje kunnen herkennen vanop de debuutplaat. Ook in ‘Wwyds’ (oftewel ‘What would your daddy say’) horen we de band een terugkeer maken naar die sound met enkele typische elementen erin verweven. Het nummer start met een gonzende gitaarriff en een distorted soundscape, die wel eens van de hand van Trent Reznor kon zijn geweest, en mondt uiteindelijk uit in een malende, kolkende grauwe chaos. ‘Iron milk’ en ‘The Cult’ hebben dan weer een late eighties indie- en noiserockgeluid dat wat doet denken aan Sonic Youth.

‘War on ra’ begint bijna zo gelaagd en meeslepend als de Belgische band naar wie het lijkt te hinten met een melancholische gitaarlijn die je doet duizelen tot Lamonts vocals het lied in worden gedrongen. Het nummer vloeit over in een soort melodieuze, ronkende sludge-trip, met Lamonts fraaie stem als leidraad, die je standvastig op het puntje van je stoel houdt.

Grand Blue Heron toont zich op zijn tweede album ‘Come again’ sterk gegroeid sinds het drie jaar oude ‘Hatch’. De band klinkt overtuigender, coherenter en gaat er op ieder mogelijk muzikaal vlak op vooruit, gaande van een scherpere, hardere instrumentatie tot een meer uitgediepte sound in nummers als ‘War on ra’ of ‘Iron milk’.