Great Mountain Fire – Canopy: aanstekelijke poprock met psychedelische klankkleuren

door Esther Plessers

‘It’s alright, it’s alright. It is raining but it is alright.’ zingt Great Mountain Fire in het vierde nummer van het elfkoppige album ‘Canopy’. Slaagt deze Brusselse band – voorheen gekend onder de naam Nestor!- erin met deze release de afgelopen zielige zomer uit onze hersenpan te verjagen? Jazeker! De elf songs staan garant voor evenveel dosissen onversneden aanstekelijkheid en verhogen ongetwijfeld het endorfinegehalte aan beide kanten van de taalgrens in ons kruimelende koninkrijk.

Het gros van de nummers, en met name ‘Crooked Head’, ‘Late Lights’ en ‘Rrose Sélavy’, zijn gelardeerd met vrolijke synthdeuntjes en doen juist vanwege die psychedelische klankkleuren denken aan de blijgeestige brouwsels van de Deense groep Treefight for Sunlight. Halverwege het album wordt er met de titelsong toch even uit een ander vaatje getapt: met het wat zwaardere instrumentale ‘Canopy’, hetgeen zoveel betekent als “overkragend afdak van bomen”, springt de Brusselse formatie plots van licht verteerbare melodieën over naar een wat harder te kraken noot. Ook het ‘Swans’ laat een andere, maar daarom niet minder aanstekelijke, kant van de synthpopgroep zien: dankzij de zachte folklorelijnen doet het echo’s weerklinken van de bedaardere nummers van het Texaanse Midlake.

Ondanks de drieëndertig minuten durende opeenvolging van fijne riedels en luchtige synthpopmelodietjes slaagt Great Mountain Fire er echter niet in om de cruciale overstap te maken van ‘gewoon goed’ naar ‘buitengewoon goed’. ‘Canopy’ is én blijft een fijn album met catchy nummers, maar zal je hartritme niet doen haperen of je neuronen doen vibreren van ongekende intrige. Het slaat aan, maar het slaat daarom nog niet in.

In afwachting van een met straaljagersynths doorspekte opvolger die wél waarlijk zal beklijven: leen toch maar even je oor aan dit Brussels kwintet. Honger is de beste saus.