‘Grid of points’ hernieuwt de liefde voor de ijle en ongrijpbare Grouper

door Liam Giraerts

Er zijn tijden geweest wanneer je precies wist wat je kon verwachten wanneer een nieuw album van Grouper verscheen. Hoewel Liz Harris nog steeds consequent prachtig werk aflevert, hebben er zich toch een aantal veranderingen voorgedaan. Rond 2008 werd met ‘Dragging a dead deer up a hill’ de typisch troebele ambient gewisseld voor in echo’s gedrenkte droomfolk. Voor de opnames van de nieuwe plaat uit 2014 maakte Harris dan plots de stap naar piano als enige instrument. ‘Ruins’ klonk minimalistisch, duister, naakt, introspectief, skeletaal en ontzettend mooi. Alsof Grouper ooit begon als een klankmonoliet waar Harris langzamerhand meer figuratieve vormen heeft uitgebeiteld.

Zo mogelijk nog kaler dan zijn voorganger, beperkt Groupers laatste worp ‘Grid of points’ zich tot de allerrauwste essentie. Het nog geen minuut durende ‘The races’ opent het album als het ware als een soort destillaat of miniatuurversie van het geheel. Hoewel we enkel nog maar onbegeleide stem horen, is er al meteen een afwijking merkbaar van de verwachte donkere sfeer. ‘Parking lot’ bevestigt de voorgevoelens met een stijl die de instrumentatie van ‘Ruins’ combineert met de meer open en heldere sound van single/ep ‘Paradise valley’. De vage grens tussen release-types is overigens ook op ‘Grid of points’ van toepassing: de zeven nummers samen duren amper twintig minuten in totaal.

Ondanks de korte duur is ‘Grid of points’ wel een plaat die concentratie vergt om haar te kunnen doorgronden. De meanderende vignettes gaan zo rustig voorbij dat zelfs de lange pauzes tussen de tracks als deel van de muziek aanvoelen. Een lichte pianotoets of zucht hoeft maar even een herinnering op te wekken en je hebt plots twee of drie nummers gemist. Van echte pieken of dalen is er dan ook geen sprake, tenzij je ze misschien op het microniveau gaat zoeken. De tekstloze zang in ‘Parking lot’ blijft een oriëntatiepunt, alsook het gefluister-in-canon van ‘Thanksgiving song’. ‘Birthday song’ zorgt voor een zeldzaam spanningsmoment, ‘Driving’ klinkt opmerkelijk tevreden voor iets van Grouper, maar geen van al springen er zo tussenuit dat je er de eerste drie à vier keer niet over zou kunnen luisteren.

Een minpunt is dat niet, integendeel. Alhoewel het soms lijkt alsof de spaarzame klanken slechts als kapstokken dienen om stiltes aan op te hangen, schuilt er een subtiele complexiteit in Groupers composities. Overdubs en zangharmonieën zorgen als nog niet uitgegomde potloodlijnen voor een zoekend en aarzelend karakter. Wanneer je eindelijk een melodie denkt vast te kunnen grijpen, is ze alweer verdwenen. Zo mondt afsluiter ‘Breathing’ uit in het abrupte lawaai van een trein dat voortijdig een einde maakt aan zowel het album zelf als aan de gedachtenstroom en dagdromen die met elke luisterbeurt gepaard gaan. ‘Point of grids’ is kortweg een kunstwerkje met een verborgen kern dat je keer na keer op een andere plek in het ijle doet verdwalen. De doolhof moest dan maar niet zo mooi zijn.

Je in levenden lijve laten hypnotiseren door Grouper kan op donderdag 3 mei in de Magdalenakerk in Brugge. Info en tickets vind je op de website van Cactus.