Herhaling en verdoemenis op ‘Hiss spun’ van Chelsea Wolfe

door Tobias Cobbaert

De onbetwiste hedendaagse gothic-koningin is teruggekeerd om haar positie in haar donkere rijk te bevestigen, en dit keer kiest ze voor venijnigere methodes. Op derde plaat ‘Pain is beauty’ klonk Chelsea Wolfe nog als een melancholische bosnimf, waarna ze op opvolger ‘Abyss’ meer richting doom metal verschoof. Op ‘Hiss spun’ wordt die evolutie radicaal volbracht.

De zompige openingstrack ‘Spun’ schetst meteen een beeld van wat dit album te bieden heeft. Opgebouwd rond een langzame, stevige beukriff nodigt Wolfe je met dit nummer meer dan ooit tevoren uit om in trance mee te knikken op het ritme. Ondanks de verandering van geluid weet de zangeres wel haar eigenheid te behouden dankzij haar typische bezwerende stemgeluid dat de muziek naar een hoger niveau tilt. Het opvallendste nummer is in dat op opzicht ‘Vex’. Een boosaardig klinkende orgel zorgt daarin voor een uitzonderlijk dreigende sfeer. Later wordt er ook beroep gedaan op een gastbijdrage van Aaron Turner, bekend van post-metalbands als Isis en Old Man Gloom. Met zijn diepe gebrul verzorgt hij het zwaarste moment op het album dat een geslaagd contrast vormt met de druilerige stem van Wolfe.

Jammer genoeg valt het wel op dat veel nummers dezelfde structuur volgen, waarbij de strofes relatief rustig en onheilspellend opbouwen om in het refrein tot uitbarsting te komen. Wisselen tussen zachte en harde passages is dan wel een effectieve tactiek om de inherente dreiging van het album in de verf te zetten, het overdadig gebruikt zorgt ervoor dat het trucje bij momenten als een gimmick aanvoelt.

Gelukkig zijn er ook momenten die de monotonie doorbreken en het geheel dynamisch houden. ‘Particle flux’ is bijvoorbeeld eveneens een nummer dat je op het puntje van je stoel houdt terwijl het naar een climax toewerkt, al gebeurt dat hier via actieve percussie die een fijne afwisseling vormt met de doorgaans tragere nummers. ‘Two spirit’ is dan weer een grotendeels akoestisch nummer dat doet denken aan de donkere neofolk die Wolfe ten tijde van ‘Apokalypsis’ nog maakte. Ook het korte ‘Welt’ verdient een vermelding. Het beweegt van een smerig streepje harsh noise naar een minimalistische pianomelodie en vormt zonder gitaren misschien wel het meest ijzingwekkende moment van het album. Het zijn dit soort momenten die het formulewerk op de rest van ‘Hiss spun’ vergeeflijk maken.

Chelsea Wolfe bewijst op ‘Hiss spun’ wederom dat ze zich niet simpelweg in een hokje laat duwen door volop te experimenteren met zware metal-klanken. Hoewel het geheel af en toe iets te repetitief dreigt te worden, pakt het resultaat over het algemeen goed uit en de zangeres levert opnieuw een innemend album af. Wegens de soms wat ontbrekende dynamiek is het niet het allerbeste album dat ze ooit uitbracht, maar we kunnen toch spreken van een mooie toevoeging aan haar donkere oeuvre. Liefhebbers van grimmige muziek kunnen Chelsea Wolfe alvast weer dankbaar zijn.