Het debuut van Bat Eyes barst van de lekkere ninetiesrock, maar mist een eigen smoel

door Frederik Jacobs

Vleermuizen kijken met hun oren. Naar de diepere betekenis van bandnaam Bat Eyes durven we echter niet gissen, uit schrik voor een vingertik van drummer Tomas Serrien. Die is namelijk – echt waar – muziekfilosoof van beroep. Complex is de muziek van het Oost-Vlaamse rockkwartet nochtans niet. Hun zelfgetitelde debuut luistert makkelijk weg en moet het vooral hebben van catchy melodieën en riffs. Ook een kunst.

Een plaat openen met een fade-in van een reeds op gang zijnde, rammelende gitaarintro: wie doet dat nog anno 2022?! Bat Eyes, zo blijkt, en wat zijn we daar blij om. ‘You’re the breeze’ is meteen het meest volwassen en internationaal klinkende nummer van de plaat. Geduldige repetitiviteit wordt prettig verstoord door onrustige gitaren en tempowisselingen. Zanger Koen Wijnant, in een vorig leven frontman van Arquettes, zalft met zoete zanglijnen. In andere media wordt de band steevast vergeleken met ninetiesbands als Pavement, The Lemonheads en Drop Nineteens, maar wat ons betreft is hier maar één correcte vergelijking mogelijk: die met het vroege Teenage Fanclub.

Die vergelijking wordt met verve onderbouwd door het knappe ‘Stop Thinking’. Bat Eyes dropt aan het begin van de plaat een paar heerlijke, melancholische refreintjes, die vreemd genoeg niet eerder geschreven werden. Zie ook: ‘Saving Up’. Toegegeven: van die laatste menen we de gitaarintro al elfendertig keer gehoord te hebben. Volgens mij heeft ondergetekende hem als 19-jarige zélf al eens geschreven, op een te dure Telecaster bekostigd met het loon van een eerste vakantiejob. En dat kan je Bat Eyes wel verwijten: weinig klinkt écht verrassend. De riffs, de songstructuren, de vibe: er wordt iets te makkelijk naar de trukendoos van de alternatieve nineties gegrepen.

Het staat buiten kijf dat Wijnant een goeie zanger is – de subtiele stemvervorming is een puur artistieke keuze. Het mooist klinkt hij wanneer hij naar de hogere noten grijpt, zoals in hoogtepunt ‘Cracking up’ en het dromerige tussendoortje ‘I could be dreaming’. In die laatste tonen ook de stembanden van bassiste Luna De Bruyne hun meerwaarde – zonde dat we ze niet vaker horen. Af en toe laat Wijnant zich helaas betrappen op een ietwat geforceerde nonchalance, die een kopieerdrang lijkt te verraden. Niet iedereen kan een Stephen Malkmus zijn.

Bat Eyes heeft veel goede ideëen, maar benut ze niet allemáál even goed. ‘Emily’ is bijvoorbeeld een regelrechte oorworm, maar had net iets overtuigender ingespeeld mogen worden. Ook ‘Nothing here’ klinkt nogal platjes. Het overgrote deel van de songs is gelukkig wél bovengemiddeld, en toch mist deze debuutplaat een eigen smoel. Willen Wijnant en co. hun alineaatje in de Belpopgeschiedenisboeken veroveren, dan mag het volgende keer nog net dat tikkeltje méér zijn. Een tikkeltje authentieker. Verder: aangename kennismaking.