Hiphop-hits in overvloed op ‘The wild’ van Raekwon

door Sven Volckerijck

Kernen van creativiteit zijn er om te koesteren. Of het nu het clubje rond Dr. Dre betreft of de Wu-Tang Clan, in de hiphop tonen vele voorbeelden dat gelijkgestemde zielen elkaar bevruchten en beïnvloeden, samenwerken en voor elkaar schrijven. Het resultaat is dan vaak een hele reeks releases die aan elkaar verwant zijn en elkaar qua kwaliteit naar de kroon steken. Uit zo’n nest komt Raekwon. De Wu-Tanger heeft net een nieuw album uit, ‘The wild’, en daar worden wij zo enthousiast van als een kleuter die in de tuin paaseieren mag gaan zoeken.

Terwijl hiphop zich zowat verzekerd heeft van een permanente en gewaardeerde plaats in het muzieklandschap, is het niet slecht af en toe eens terug te blikken op hoe revolutionair sommige platen wel waren. In het rijtje van beeldenstormers mag Wu-Tang Clan niet ontbreken en voor elk van de leden zijn de argusogen waarmee hun solo-projecten (als je die al solo kan noemen natuurlijk) gevolgd worden, behoorlijk intimiderend. Enkelen bezwijken zelfs letterlijk (Ol’ Dirty Bastard), anderen dragen hun aura van genialiteit als een loper die hen overal brengt (GZA). Raekwon situeren we ergens daartussen en zijn volledige naam (Raekwon Da Chef) benaderen we steeds met een ironisch monkellachje. Toch valt niet te ontkennen dat de New Yorker een mooie staat van dienst heeft met eigen albums en bijdragen aan platen van anderen.

op ‘The wild’ verwelkomt hij een resem gasten waarvan CeeLo Green (Gnarls Barkley) en Lil Wayne het meest in het oog springen. De meerwaarde van die samenwerkingen blijkt voor het eerst in ‘Marvin’, een van soul doordrongen song zoals we die van ‘s mans eigen platen ook kennen. Lil Wayne zorgt voor een van de hoogtepunten van de plaat, ‘My corner’. Het zou al te gek zijn te denken dat dit nummer buurtje-leen is gaan spelen bij The Opposites (‘Broodje Bakpau’), al is de gelijkenis behoorlijk treffend. Ook Kraantje Pappie komt spontaan in ons op als referentie. De nasale stem van Lil Wayne contrasteert mooi met die van Raekwon. Nog meer vocale wisselwerking is er met de vrouwen die ‘Visiting hour’ en ‘Purple brick road’ naar een hoger niveau tillen.

Raekwon laat horen dat hij hitgevoelige songs uit zijn mouw schudt met het gemak waarmee een goochelaar een konijn uit zijn hoge hoed tovert. ‘Purple brick road’ verdient het een lentehit te worden (zomerhits moeten immers nóg vrolijker) en ‘Can’t you see’ is zo smooth dat ze bij Durex de rechten vast al opgekocht hebben voor een commercial voor een glijmiddel. Wie zijn hiphop liever gekruid heeft met dubstepelementen, is aan het juiste adres bij ‘You hear me’.

Levensveranderende songs hebben we niet aangetroffen op ‘The wild’. Potentiële hits zijn er echter wel in overvloed. En we vatten het graag samen met de lyrics van Raekwon zelf: “Forever may not exist, but man, do we have our moments“.

Voorlopig staan er geen Europese concerten gepland van Raekwon, maar hou zijn Facebookpagina in de gaten voor eventuele aankondigingen.