‘Home video’ brengt dankzij uitgekiende songwriting een eersteklas voorstelling van Lucy Dacus’ herinneringen

door Sarah Van der Straeten

Met een titel als ‘Home video’ en album cover vanuit een ietwat gedateerde cinemazaal is de opzet van Lucy Dacus’ derde langspeler snel duidelijk. Ze wil een ongeremde blik werpen op haar eigen jeugd. Deze blijkt vol te zitten van persoonlijke edoch herkenbare herinneringen.

Opener ‘Hot & heavy’ speelt ter onderstreping de home videos in kwestie nog eens af. Voor wie de eerste woorden van het nummer verkeerd verstaan zou hebben. “Being back here makes me hot in the face / Hot blood in my pulsing veins / Heavy memories weighing on my brain” laat meteen zien waar het album om zal draaien. De heldere stem die Dacus voor de dag brengt laat het gewicht dragen van vele herinneringen. De uitgekiende songwriting van deze laat het album écht slagen.

Een eerste vertoning van die behendige teksten zit al in de openingszin. De zweterige uitdrukking van “hot and heavy” splitst ze op en verbindt ze. Met schaamrood enerzijds en het gewicht van herinneringen anderzijds, maakt Dacus zich taal eigen zoals ze met haar eigen verhaal doet. In doorgaans simpele bewoordingen weet ze levendige scènes uit de verleden tijd terug op te wekken. Dit alles doet ze zonder in te boeten aan scherpte of verzadiging. Zo is er het beeld van twee verliefde pubers op een bankje die elkaar niet durven aankijken uit ‘Going going gone’. Het luistert even aandoenlijk en ongemakkelijk weg zoals het op het moment waarschijnlijk zelf aanvoelde.

Niet enkel puberale liefde met diens beslommeringen van begin (‘First time’) tot eind (‘Please stay’) komen aan bod. Herinneringen aan religie, seksualiteit en vooral vriendschap schuwt Dacus niet om opnieuw onder de loep te nemen. Zo brengt ‘VBS’ een sloom en verhalend relaas over een christelijk zomerkamp. Het nummer geeft een vloeiend samenspel weer tussen passages als “There’s nothing you can do but the only thing you found / Playing Slayer at full volume helps to drown it out”. Daarnaast zijn er de aanzwellende gitaren die uitzonderlijk eens op het voorplan komen.

Het eerlijke ‘Christine’ en het zachte maar dreigende ‘Thumbs’ geven blijk van Dacus’ toewijding naar vriendinnen toe, ondersteund door wederom sterke songwriting. Met “he can be nice, sometimes” is het karakter van het tekort schietende vriendje van Christine met vijf woorden geschetst. De ingetogen “I would kill him” over een even ontoereikende vaderfiguur klinkt even overtuigend als het gebruld was.

Op ‘Home video’ hoeft Lucy Dacus zich niet oeverloos in te spannen om haar bedoelingen over te brengen. Het vloeit zó uit de goed geconstrueerde nummers. Eén van de weinige misstappen is niet de onaangekondigde autotune op ‘Partner in crime’ die verrassend genoeg nog weet te bekoren. Een fragment uit de opnamestudio op het afsluiten van ‘Going going gone’ deed dat wél. Plots kom je tot de vaststelling dat de nummers door een gedestilleerd proces in elkaar zijn gestoken. Ze werden niet als vanzelf stuk voor stuk uit een herinneringendoos tevoorschijn gehaald om integraal te herbeleven. Dat haalt ons een beetje uit de beleving van het album. Het onderlijnt tegelijkertijd wel hoezeer Dacus erin slaagt de essentie van gerafelde, gekoesterde en soms pijnlijke herinneringen neer te pennen.

Lucy Dacus staat op 29 maart in de Botanique. Tickets en informatie zijn te verkrijgen via de website van de zaal.