It It Anita’s razernij is te braaf op ‘Sauvé’

door Jonas Van Laere

Amaury Sauvé doet wellicht geen belletje rinkelen. Tot voor kort ook bij ons niet. Wat wel vast staat is dat It It Anita hoog met hem oploopt. Amaury deed niet alleen de productie van de nieuwe plaat van de Luikenaars, hij leverde ook de titel aan. ‘Sauvé’ is als opvolger van ‘Laurent’ – een shout out naar hun geluidstechnieker – opnieuw een lofbetuiging aan de eerder onzichtbare kracht achter de plaat, althans wat de titel betreft. 

Is het terecht dat de derde van It It Anita vernoemd is naar hun producer? Het is maar te zien wat de mannen voor ogen hadden. Sauvé lijkt alleszins zijn stempel te drukken op het geluid van deze plaat. Enkele nummers ver valt het namelijk op dat ‘Sauvé’ vrij gepolijst en minder bruut klink, waardoor ze iets makkelijker in het oor lijkt te liggen. De ingrediënten – een stevige ritmische muur, gierende gitaren en zangpartijen die emoties goed weten te capteren – blijven overeind, al worden ze strakker in het gelid gehouden. Hierdoor duiken die andere Luikenaars van The K. in ons hoofd op. Ook hun derde album ‘Amputate corporate art’ evolueerde naar een meer gestileerd geluid, waarmee de manie toch wat meer aan banden werd gelegd. 

‘Sauvé’ is niet zozeer een plaat die een compleet andere weg inslaat, maar we krijgen toch het gevoel dat er meer denkwerk aan te pas is gekomen. Ghost’, dat de plaat opent, heeft die zeer gedreven sound waarbij de emotioneel gedreven zangpartijen bekrachtigd worden door gitaren die weelderig gieren. ‘Sermonizer’ geeft ons (ondanks zijn uitbundig gekarteld karakter) echter het gevoel dat de losbandigheid secuur binnen een vooraf bepaald kader wordt gehouden. Waardoor de puurste emotie net de oppervlakte niet lijkt te bereiken. Net als ‘Dixon Kentucky’ en ‘More’ blijft dit nummer dan ook te weinig hangen. 

Op ‘Laurent’ scoorde It It Anita enorm hoge ogen met de albumtrack ‘Tanker. Pt. 2’, helaas kunnen ze dit met de ballad ‘Authority’ niet herhalen op ‘Sauvé’. Opgeteld komen we daardoor al aan vier nummers waar we niet bijster wild van worden. Zelfs de onstuimige, snelle punksong ‘Cucaracha’ is geen nummer waarbij we de repeat knop induwen. Toch lonen de luisterbeurten van ‘Sauvé’ de moeite. ‘See through’ werkt als een sluimerend gif dat in zijn trage passages een beetje naar Tool neigt, gevolgd door erupties van melodieuze noise. Waarmee het zich opwerpt als één van de meest intrigerende nummers op de plaat, al vermoeden we dat het volle potentieel pas op een podium tot uiting zal komen. 

Het triumviraat dat de plaat eindigt omvat dan weer alles waarom we zo van It It Anita houden. Drie furieuze nummers die de tijd nemen om emotie en impact te accumuleren. ‘Routine’ bezit eindelijk die neiging om uit de voegen te barsten, en een vette knipoog naar Sonic Youth, die we doorheen de plaat voorlopig wat teveel hebben gemist. ‘Moedoh’ is misschien niet bijster origineel, maar beklijft wel met een zeer trage maar bedachtzame opbouw. Dé reden waarom je de plaat toch maar best tot het einde uitluistert is ‘53’: één granieten muur onversneden noise die laag na laag én zonder zang naar de ultieme apotheose toewerkt. Eindelijk verlossing. 

We zagen de Luikenaars als vriendelijke maar zeer onstuimige schelmen, die onbedachtzaamheid lijkt op ‘Sauvé’ echter net te veel begrensd om ons andermaal extatisch te krijgen. De plaat bevat uiteindelijk te weinig uitschieters om doeltreffend genoeg te zijn, maar is ook te degelijk om ze af te schrijven, waardoor ze simpelweg in de middenmoot eindigt. Wat, gezien de oerdegelijke en zwaar aan te raden eindspurt, zeer jammer is.