John Maus doet koppig verder met zijn new wave revival op ‘Addendum’

door Kevin Bruggeman

De terugkeer van de jaren tachtig lijkt de jongste jaren wat gestopt ten voordele van het hardere gitaarwerk, maar daar heeft John Maus alleszins geen oren naar. Zijn muziek is meer new wave dan dat die destijds gemaakt werd, en zijn stemgeluid doet ons nog steeds geloven dat Ian Curtis reïncarneerde en de gitaar omruilde voor de synthesizer.

‘Addendum’ verschijnt amper een jaar na ‘Screen memories’ (opmerkelijk omdat ‘Screen memories’ zelf pas zes jaar na ‘We must become the pitiless censors of ourselves’ verscheen). De titel van het nieuwe album indachtig is het gemakkelijk de verzameling popsongs te klasseren als minderwaardig aan de songs van vorig jaar. Dat gaat echter te snel voorbij aan het feit dat John Maus simpelweg geen middelmaat kan maken.

Voor alle duidelijkheid: wie huivert van alles wat naar new wave ruikt, hoeft niet te beginnen aan ‘Addendum’. Wie een gitaar cruciaal vindt voor goede muziek is evenmin welkom in het universum van John Maus (zelf vindt hij het een ronduit overschat instrument). ‘Addendum’ bestaat uit Maus’ klassieke elementen: zelfgebouwde modulaire synthesizers, dwingende baslijnen, een diepe baritonstem en een lo-fi productie. Zo is het altijd geweest en zo zal het wellicht altijd blijven.

Is ‘Addendum’ dan zomaar meer van hetzelfde? Helemaal ontkennen kunnen we die stelling helaas niet. Zo doet de stuiterende baslijn van ‘Middle ages’ denken aan ‘Walls of silence’ van de voorganger, en rustpunt ‘Second death’ klinkt als het prachtige ‘Hey moon’ uit ‘The pitiless censors’, alleen iets minder goed uitgewerkt. En helaas missen we een song die – een beetje – buiten de John Maus-lijntjes kleurt, zoals ‘Believer’ dat was op ‘The pitiless censors’. Nee, zichzelf heruitvinden doet Maus allerminst op ‘Addendum’. Gelukkig slaagt de man erin de valkuilen te vermijden die hem tot een cliché van zichzelf dreigen te maken. Zijn nummers zijn sterk genoeg om overeind te blijven, en een goedgetimede twist helpt om verveling te snel af te zijn. Zie de bliepjes uit een galaxy far away in opener ‘Outer space’, waar we nog onverwachte gitaaruithalen waarnemen, of de ambient outro van ‘Episode’.

Daarnaast helpt het dat de man iets te vertellen heeft. Zijn doctoraat in politieke filosofie schemert door in de onderwerpen van de songs. ‘Screen memories’ handelde over de apocalyps in het Amerika na Trump, en ook ‘Addendum’ bevat weinig onderwerpen om heel vrolijk van te worden. Om al te veel pretentie te vermijden, moffelt hij gelukkig wat humor in de nummers. Het refrein van ‘1987’ bestaat uit niet meer dan het woordje ‘sexy’ en in ‘The running man’ maakt hij het aantal beats per minuut zo belachelijk hoog dat geen enkele loper het in zijn hoofd zal halen dit in z’n playlist te gooien. Het beste idee is echter de tijdsduur van de liedjes te beperken. Voor de eentonigheid kan toeslaan start volgende nummer, waarin het tempo net weer dat beetje verschilt of waar net weer een originele wending je verzoent met de monotonie van de synthesizers.

‘Addendum’ is het werkstuk van een man die koppig zijn eigen ding blijft doen in tijden waarin hip zijn noodzakelijk is voor een plekje in radioplaylists. Airplay zal hem niet gegund worden, maar wie reeds fan is zal zich geen buil vallen aan deze ‘Addendum’.

John Maus staat bekend om zijn bijzonder energieke liveshows. Je kan hem aan het werk zien op Best Kept Secret of op Pukkelpop.