Kali Uchis barst van het zelfvertrouwen op ‘Sin miedo (del amor y otros demonios) ∞’

door Yannick Verhasselt

Indien ‘Isolation‘ de manier was om haar potentieel te tonen als nieuwbakken Latijns-Amerikaanse in de popsferen, dan is ‘Sin miedo (del amor y otros demonios) ∞’ (ofwel ‘zonder angst (van liefde en andere demonen) ∞’) een staalkaart van welke richting ze uit wil. Op haar debuut had ze nog enigszins het gevoel de wereld haar kunnen te moeten bewijzen. Op ‘Sin miedo’ straalt ze meer zelfvertrouwen uit. Dit toont zich niet alleen in de tracklisting en features (of beter het gebrek eraan). Ze kiest er evenwel voor om in het Spaans te zingen – een goede beslissing.

De glimmende neosoul en r&b waarmee ze zowel naam en faam maakt als mee opgroeide moet plaats ruimen voor een klank die dichter bij huis ligt. Dit doet ze niet alleen letterlijk; ze doet twee covers aan van twee prominente bolero-figuren maar ook figuurlijk. Het openingsnummer is al meteen een herwerking van Los Zafiros’ ‘La luna en tu mirada’. Het opmerkelijke is dat Uchis met haar stemgeluid de doo-wop-band weet te evenaren. Jammer dat dit bij ‘que te pedí//’ minder het geval is. De cover van de iconische La Lupe haalt de twee minuten niet waardoor de lange halen en hoge noten uit het origineel onaangeroerd blijven. De productie achter de covers doet echter veel. Zo lijken de gitaren iets meer reverb te bevatten en Uchis’ stem iets minder gevuld.

De covers en trapbanger met Rico Nasty achterwege gelaten, laten alle nummers een mierzoete sensuele indruk na. De productie mee komende van Tainy versterkt het seksuele persona dat Uchis in verschillende nummers tracht over te brengen. Liefdesperikelen zijn daarbij nooit echt veraf. In ‘fue mejor’ of ‘quiero sentirme bien’ rumineert ze over haar stukgelopen relatie terwijl ze in ‘vaya con dios’ definitief afscheid probeert te nemen. Die tweede lijkt samen met het daaropvolgende dromerige ‘Télépatia’ bovendien een van de weinige keren dat Uchis de klank van haar debuut benadert. De reggaeton-, bolero en dancehall-ondertonen zijn meer dan aanwezig op het album, maar worden nooit overdreven. ‘La luz (fín)’ of ‘no eres tu(soy yo’ zijn mooie voorbeelden van hoe die invloeden met Kali’s r&b wordt vermengd.

Hoewel ze in interviews en tweets aangaf wakker te hebben geleden over de move om het nu eens in het Spaans te doen, lijkt dat nergens voor nodig. Uchis’ tweede album is een persoonlijk statement dat barst van zelfvertrouwen. ‘Sin miedo’ luistert heel gemakkelijk weg. Het geeft door zijn korte lengte snel de neiging om ‘m nog eens op te leggen. Anderzijds halen veel nummers de drie minuten niet en blijft het gevoel steken dat bepaalde nummers toch nét iets meer uitgewerkt mochten worden.