Kim Gordon imponeert met het experimentele ‘The collective’

door Sarah Van der Straeten

Splijtende trapbeats, schreeuwerige gitaarpassages en onbewogen gebrachte teksten die vaker wel dan niet op een stream of consciousness lijken? Het kan. En het klopt op Kim Gordon’s laatste soloproject ‘The collective’.

Op 70-jarige leeftijd blijft Gordon lustig verder experimenteren. Ze was uiteraard jaren mee het creatieve brein achter cultband Sonic Youth. Sinds enkele jaren werkt ze echter terug aan solo-output. Stilzitten lijkt geen optie. Zo tonen ook zijsprongen met Free Kitten, Body/Head en enkele kunstactiviteiten. ‘The collective’ deelt overigens zijn naam met een kunstwerk dat Gordon vorig jaar in een New Yorkse galerij tentoon stelde.

Ondersteund en uitgedaagd door producer Justin Raisen, gaat Gordon nog een stukje verder dan op haar eerste soloplaat ‘No home record’. De vele hiphop- en trapbeats die binnenstormen zijn van Raisens hand. De producer is geen vreemde in die wereld dankzij samenwerkingen met onder andere Drake en Lil Yachty. Het mag dan ook niet verbazen dat de splijtende beat op starter ‘BYE BYE’ oorspronkelijk voor Playboi Carti bestemd was. Gelukkig vond die zijn weg naar Gordon, die er een absurd niet-vergeten-mee-te-nemen-lijstje van maakte: “Milk thistle, calcium, high-rise, boot cut”.

De overheersende beats en Gordon’s ingetogen performance lijken enkel maar ver uit elkaar te liggen. In werkelijkheid verstrengelen ze vanzelfsprekend in elkaar. “I’m supposed to save you / But you got a job”, klinkt het heerlijk verteld bovenop de ongelooflijk grauwe instrumentals op ‘I’m a man’. Gordon heeft geen melodieën nodig in haar ietwat beperkte zangstem. Daar zorgt de rest wel voor. Die zelfkennis loont enkel maar op ‘The collective’, dat Gordon als spelend en zelfverzekerd portretteert.

Thematisch is ‘The collective’ ook niet zo eenzijdig. Gordon gunt zichzelf de vrijheid om over het even wat teksten te schrijven. Getuige daarvan ‘Trophies’ gaat over, jawel, bowlingtrofeeën. Op het ironische ‘Psychedelic orgasm’ steekt ze de draak met LA, al kan je stellen dat “LA is an art scene” in zware autotune brengen over zweverige drums zelf ook wel wat ‘LA art scene’ is. Hoe dan ook, het werkt wel.

Ontspannen zal ‘The collective’ niet snel doen, en daar is ook geen reden toe. In het sporadische en in de zintuiglijke overdaad valt ook een toevlucht te vinden. De aandacht gaat onverstoord naar alles. Wegkijken is een opgave. Gordon slaagt erin om elementen uit haar (Sonic Youth) verleden over te dragen en te doen werken met hedendaagse onderdelen. Het resultaat vat ze zelf onverhoopt samen op ‘Shelf warmer’: “The right stuff / No fluff”.