Kleurrijke zelfbeschouwing op ‘Half-light’ van Rostam

door Pascal Vandenberghe

Vorig jaar werd Vampire Weekend met het vertrek van Rostam Batmanglij een lid armer. Er zit echter geen haar in de boter; Batmanglij zegt zelfs dat hij wil blijven samenwerken met Baio, Tomson en Ezra Koenig, al zal dat in de toekomst meer op een ‘friends with benefits’-basis gebeuren dan als vast lid. Rostam wil zijn muzikale identiteit en rol als producer meer zelfstandig uitdragen. Terwijl Ezra zich rustig bezighoudt met de nieuwe plaat van Vampire Weekend en anime-series voor Netflix producet brengt Rostam zijn debuut Half-light uit, een plaat waarop de producer zichzelf op intieme wijze doorheen extensieve, geduldige nummers blootgeeft.

De speelse aard die Vampire Weekends platen karakteriseert is evenwel nadrukkelijk aanwezig op ‘Half-light’. Nummers als ‘Sumer’, ‘Bike dream’ of ‘Don’t let it get to you’ zouden zo kunnen passen op ‘Modern vampires of the city’. Maar wees gerust, we hebben hier niet te maken met een afgewaterde Vampire Weekend-plaat. De Iraanse Amerikaan toonde in een nog niet zo ver verleden meermaals aan dat hij met gemak buiten die grenzen treedt. Zo bracht hij al samenwerkingen uit met onder andere Charli XCX, Ra Ra Riot en Carly Rae Jepsen (het magnifieke ‘Warm blood’). Vorig jaar liet Batmanglij nog samen met Hamilton Leithauser een volledig album op de wereld los.

Het wordt ook op ‘Half-light’ al snel duidelijk dat Rostams rol als producer uiteenlopender is dan puur de bezieler van het Vampire-Weekend-geluid. Batmanglij speelt hier evenzeer gretig de diversiteitskaart uit. Dat laat zich op de eerste plaats gelden in de veelzijdige arrangementen. Wat vooral opvalt zijn de nadrukkelijk aanwezige strijkers die het album een warme bevalligheid geven. Dat werkt vooral goed op ‘Thatch show‘ en de single ‘Gwan’. Op ‘Wood’ klinken ze in samenspel met oosterse instrumenten in de eerste minuten als iets dat niet zou misstaan als soundtrack voor een oude Disneyfilm of een interlude op een plaat van Sufjan Stevens. Verder is op het album ook een flinke teug elektronica te bespeuren (vrij pertinent zelfs op ‘Warning intruders’ en ‘Hold you’).

Naast een tentoonstelling van zijn muzikale kunnen is de plaat ook een persoonlijke inzage in het verleden van de eclectische zanger-producer. Hoe openhartig en kleurrijk de instrumentatie klinkt, zo introspectief is ‘Half-light’ inhoudelijk. Schuchter en voorzichtig bezingt Rostam zijn verleden, zijn ervaringen als iemand met Iraanse roots in een westerse omgeving (zie het Perzisch schrift op de albumcover) en zijn leven als queer persoon. ‘Rudy’ is met de verwijzing naar een Iraanse stad in de titel, het escapistisch narratief (“Rudy looked out the door. Before he ran, spent a moment there”) en teksten als “mama knew that Rudy was not like all the other boys” een slimme fusie van dat alles in één nummer. De innigheid die zich doorheen de plaat manifesteert krijgt in ‘Hold you’, een samenwerking met voormalig Dirty Projector Angel Deradoorian, onder een vocoderlaagje een koele touch. Het is een experiment dat je zo parallel kan leggen met ‘Close to you’ uit Frank Oceans laatste, waar eveneens het verlangen op die manier duidelijk, doch vaag en veraf lijkt – ook niet geheel toevallig, gezien Rostam deel uitmaakte van de waslijst aan medewerkers op ‘Blonde’.

Veel liedjes op ‘Half-light’ zijn uitkomsten van ideeën waarop meerdere (soms meer dan tien) jaren gebroed werd. Sommige daarvan werden ook al lang voor de release als singles vrijgegeven. Rostams debuut is daarmee een werk van lange adem dat, hoewel het soms wel heel dicht tegen Vampire Weekend aanleunt, over het algemeen toch fris klinkt. De artiest biedt zowel muzikaal als tekstueel op een luchtige manier en in al zijn veelzijdigheid een inkijk in zijn verleden zonder te vaak in een sleur te vervallen.