Lily Allen rekent af met haar demonen op ‘No shame’

door Koenraad Stevens

Lily Rose Beatrice Cooper, Lily Allen voor de vrienden, is terug. Rond het enfant terrible van de Britse popscene is het sinds ‘Sheezus’ (2014) op muzikaal vlak stil gebleven. Andere projecten, zoals haar eigen kledingwinkel en een serieuze portie me-time gingen even voor. En op die manier krijgt haar vierde studioalbum ‘No shame’ automatisch het label van “langverwacht comeback-album”, waaraan altijd hoge verwachtingen kleven. Het publiek wil enerzijds weten of de desbetreffende artiest “het nog steeds kan” en anderzijds of er met de nieuwe plaat een nieuwe weg wordt ingeslagen. Voor diegenen die gehaast zijn: het antwoord is tweemaal bevestigend. Al moet er hier en daar genuanceerd worden.

Kan ze het nog steeds? Ja hoor, en dat wordt meteen bewezen met ‘Come on then’ en ‘Trigger bang’: Allen weet nog steeds hoe een goeie popsong in elkaar zit en er vloeien nog altijd bijzonder amusante teksten uit haar pen. “Yeah, I’m a bad mother, I’m a bad wife. You saw it on the socials, you read it online. If you go on record saying that you know me. Then why am I so lonely? ‘Cause nobody fucking phones me.” Yep, Lily Allen is terug.

De rode draad in ‘No shame’ is de verwerking van Allens echtscheiding en de identiteitscrisis die daarmee gepaard ging. Het zijn net die ervaringen die resulteren in lyrics die qua kwaliteit zelden moeten inboeten. Jammer genoeg wordt op muzikaal vlak niet altijd hetzelfde niveau bereikt. Na ‘Trigger bang’ adviseren wij namelijk om meteen viermaal op skip te duwen. De daaropvolgende tracks boeien gewoonweg niet. Ze moeten het hebben van dertien-in-een-dozijnsnufjes zoals stemvervorming en halen het tempo er volledig uit.

Gelukkig is het kalf daarmee nog niet verdronken. We krijgen daarna enkele sterke songs voorgeschoteld met andermaal uitstekende lyrics maar deze keer van een zwaarder kaliber. Het hypnotiserende en mooi opgebouwde ‘Family man’, alsook de pianoballade ‘Three’ vormen op dat vlak een hoogtepunt. Voeg daar nog het schijnbaar erg persoonlijke ‘Everything to feel something’ aan toe en ‘No shame’ heeft ons weer volledig in zijn greep. De slottracks zijn terug wat luchtiger van aard en doen ons denken aan early Lily: vrolijke deuntjes, stoute teksten.

Wordt met ‘No shame’ een nieuwe richting ingeslagen? Tot op zeker niveau wel. De grote verdienste van de plaat is dat er voldoende in wordt gevarieerd (we laten opnieuw het viertal te skippen nummers even buiten beschouwing). Neem bijvoorbeeld het minimalistische ‘Apples’, dat zich beperkt tot stem en ritmische gitaar. Allen is op dat vlak zeker geëvolueerd sinds haar doorbraaksingle ‘Smile’ (2006). Van (electro)pop, over urban, reggae en ballads terug naar pop: de luisteraar gaat zich zelden vervelen. ‘No shame’ is inderdaad niets om zich over te schamen, al was een strengere selectie van nummers dan misschien wel welkom geweest.

Lily Allen speelt op 5 december in de Ancienne Belgique.