Loraine James vindt een ontketenende vrijheid met ‘Building something beautiful for me’

door Ismaël Iken

Na een knetterende ep met TSVI en de debuutplaat van haar zijproject Whatever The Weather eerder dit jaar heeft Loraine James haar stempel op 2022 al duchtig gedrukt. De Londense producer scheerde ook in 2019 hoge toppen in de elektronische underground met haar tweede langspeler ‘For you and I’ en is sindsdien niet meer weg te denken uit de experimentele clubscene. Op haar nieuwste plaat ‘Building something beautiful for me’ vindt ze zichzelf opnieuw uit en schept ze een gevarieerd album, geïnspireerd door de activistische componist Julius Eastman.

In de opener ‘Maybe if I (stay on it)’ zet Loraine James meteen haar meest gevoelige pet op en zingt ze op een repetitieve, rauwe en bijzonder eerlijke manier. Het gevoel van herhaling, rust en bedachtzaamheid zetten meteen de toon voor het eerste deel van de plaat. In ‘The perception of me (crazy n*****)’ en ‘Choose to be gay (feminine)’ geeft ze zichzelf veel ruimte voor improvisatie en mijmering: eindeloos deinende synths nemen hier de overhand.

Loraine James geraakte gefascineerd door het gebruik van repetitie en de politiek provocerende titels van de New Yorkse componist Julius Eastman, en besloot deze titels (tussen haakjes) te behouden in haar eigen nummers. Zo brengt haar opener ons naar ‘Stay on it’ van Eastman en vinden we een gelijkaardige melodie. Zijn versie is echter jovialer dan de melancholische interpretatie van James.

De voorbije twintig jaar is de belangstelling voor het vergeten werk van de zwarte en openlijk homoseksuele Eastman groter en groter geworden, met hier en daar een reissue of een gevonden opname. Het werk van de pianist, die in dezelfde scene opereerde als minimalisme-iconen zoals John Cage, verdween tegelijk met zijn eenzame en armzalige dood in 1990. Volgens Loraine James – zelf zwart en queer – opzettelijk: “It’s not just an absence, it’s erasure – it feels as though there was effort made to leave him out”, schrijft ze in The Guardian.

Het gevoel van improvisatie zet James verder in ‘Enfield, always’, dit keer met een hoger tempo. Een herhalend synthdeken wordt opgeklopt door strakke kicks die even later worden ingewisseld door een samplespel van studiodrums. Het nummer bereikt een hoogtepunt wanneer de elektronische drums en de studiodrums worden gecombineerd en samen met de synthesizer een heerlijke warboel veroorzaken.

In ‘My take’ – het meest “Loraine James” klinkende nummer op het album – maakt ze ook gebruik van onorthodoxe composities. Op kinetische beats speelt ze een synthstructuur die op het eerste zicht willekeurig lijkt, maar op een vreemde manier iets krachtigs weet over te brengen. Ze mompelt “this is just a rough sketch” en terwijl de post-clubtrack verder bonst, voegt ze haar bedenkingen en intenties van dit album toe: “I wanted to channel something different, different headspace”. De combinatie van deze eerlijkheid en de puzzelachtige clubcompositie creëren een uniek gevoel van bevrijding.

Loraine James brengt niet alleen een ode aan Julius Eastman, maar zegt met dit album ook veel over het interpreteren van muziek, over verwachtingen, over de relatie tussen muzikant en geschiedenis. Ze klinkt hier rauwer en meer laid back dan ooit: haar beats voelen heel losjes en organisch en ze deinst niet terug om midden in een nummer een andere weg in te slaan of om foutjes en improvisaties naar de voorgrond te brengen. Met een uitgediepte gelaagdheid door de relatie met het werk van Eastman, heeft Loraine James een speciaal stukje in haar eigen oeuvre geboetseerd.