Lower Dens strijdt, viert en droomt op ‘The competition’

door Pascal Vandenberghe

De laatste vier jaren waren woelig voor Lower Dens. Met het geweldige ‘Escape from evil’ vond de band haar weg naar een groter publiek. Persoonlijke problemen zorgden er echter voor dat de Amerikanen een stuk van hun momentum zijn verloren.

Of ze dat met ‘The competition’ zullen herstellen, is nog een vraagteken. Eerste single ‘Young republicans’ werd door zijn “controversiële” titel alvast geweerd op verschillende Amerikaanse radiostations – een tanende, maar nog steeds stuwende kracht op vlak van albumpromotie.

Het dansbare geluid dat Lower Dens op ‘The competition’ naar voren schuift, suggereert alvast dat Jana Hunter en kompanen de weg naar een groter publiek snel kunnen terugvinden. ‘Escape from evil’ bestond vooral uit mijmerende droompop met hier en daar een shoegaze-flirt. Nummers als ‘I drive’, ‘Young republicans’ en ‘Simple life’ tonen in dat licht een heruitgevonden Lower Dens op ‘The competition’, zonder te verliezen wat de groep uniek maakt, de sprankelende melodieën en de kracht van Hunters stem.

Achter die bijwijlen orchestrale synthpop en fonkelende melodieën zitten pijn en woede verscholen – vooral de gevaarlijke uitwassen van te sterk doorgedreven kapitalisme en de invloed daarvan op minderheden (en transjeugd in het bijzonder), en ook republikeinen moeten het ontgelden. Hunter maakt er geen punt van om hun woede goed te verbergen – gelukkig, want confronterende lyrics en Hunters emotieve stem bewijzen een goede match te zijn.

Het snedige ‘Young republicans’ is een welgemikte sneer naar wereldvreemde upperclassers. ‘I drive’ is een uitgelaten viering van gekozen families, maar de catharsis die uitgaat van hoe Hunter “Why can’t we be with the ones we were made to love?” zingt, laat niemand onberoerd. Hier en daar laat de band wel een steekje vallen en zijn de hooks niet intens genoeg of is het net iets te grijs geproducet, waardoor een ‘Hand of God’ of een ‘Empire sundown’ eerder in dovemansoren dreigen te vallen, nummers die vooral afsteken omdat het elders op ‘The competition’ op die vlakken net zó goed zit.

‘The competition’ is meer dan beladen politiek alleen. Tijdens die rustpunten mijmert Hunter over de liefde, soms met een bittere insteek (‘Buster Keaton’ – “love is a true bitch“), elders afstandelijker en voorzichtiger (‘Two faced love’). Het album bereikt zijn hoogtepunt echter wanneer liefde en beladen thema’s elkaar vinden. In ‘Real thing’ – drie jaar geleden uitgebracht als losse single, maar hier perfect passend – stelt een melancholische Hunter monogamie in vraag in een enigszins simpel, maar intens meeslepend liedje. Net op het randje van theatraal, maar toch prachtig intiem.

Lower Dens kende een moeilijke periode, die uiteindelijk geleid heeft tot de bands meest directe en scherpe plaat tot nog toe. ‘The competition’ is niet zozeer een overtreffende trap van ‘Escape from evil’, dan wel een nieuwe incarnatie voor de groep uit Baltimore.