LUMP laat alle wilde ideeën los op ‘Animal’

door Guillaume De Grieve

In het woordenboek van Laura Marling ontbreekt tussen middellijn en middelpunt het woord middelmatig. De Britse singer-songwriter neemt geen genoegen met een oké single of een album dat na één luisterbeurt uit je kortetermijngeheugen verdwijnt. Dat bevestigde ze vorig jaar nogmaals met haar zevende soloalbum ‘Song for our daughter’. Wanneer ze voor het duo LUMP met Mike Lindsay (Tunng) optrekt, verwachten we dan ook alleen maar excellentie. Na de eerste kennismaking van het duo op hun debuut uit 2018 lag een tweede album niet meteen op tafel, maar toen Marling aan haar solomateriaal werkte, had ze een uitlaatklep nodig voor overige hersenspinsels. Gelukkig stond Lindsay klaar met songs. “It was like putting on a superhero costume,” aldus Marling.

Het openingsnummer ‘Bloom at night’ en alles wat volgt wordt getekend door een speelse synthesizer uit eind jaren zeventig. Marlings stem is onze houvast in het duizelende, drukkende ‘Gamma ray’. ‘Animal’ toont dan weer dat Marling een alternatieve manier van zingen kan ontwikkelen die even authentiek klinkt als haar solowerk. Beestig goed.

‘Climb every wall’ is met het naakte baslijntje en geharmoniseerde vocals minder uitgesmeerd dan de andere nummers maar blijft door de simpelheid even goed plakken. De eerste intieme song, ‘Red snakes’,  kronkelt door merg en been. Je wordt ontroerd door de gelijkenis met het barokke boetewerk ‘Miserere mei deus’ of krijgt kippenvel door de trage percussie. De cryptische lyrics van Marling, geïnspireerd door haar studie psychoanalyse, spelen in op onze emotionele geest. Onderschat de wendingen die de song en dus ook Marlings’ stem op ‘Paradise’ neemt niet. ‘Paradise’ is geen Tuin van Eden maar eerder een schaduwrijk woud waar god weet wat achter de bomen schuilt.

Het griezelige popnummer ‘We cannot resist’ is zeker ook een vermelding waard. Niet alleen door de clip waarin Marling en Lindsay een kleurrijke Yeti in het bos spotten, maar evenzeer door de superhero song die het is. ‘Phantom limb’ noteren we alvast voor de eindejaarslijstjes. Door het misleidende 7/4 als metrum, het vervlechten van de gitaren en de vele twists zijn we misschien niet helemaal mee, maar wel grote fan. Op de laatste tonen worden de credits voorgelezen door Marling. Een sympathiek idee dat we vaker willen horen.

In een mentaal superheldenpak vliegt Laura Marling naar een nieuw, hoger niveau. Nog maar eens. Mike Lindsay ontwierp het startblok van hemelse instrumentals die fragmentarischer en dus minder vatbaar zijn dan tijdens de eerste plaat. Een beetje zoekwerk in een nummer mag altijd. LUMP is voor beide muzikanten een alter ego waarin ze hun meest wilde ideeën kwijt kunnen, tot op het absurde en kinderlijke toe. En toch voelt het niet alsof ze een stap te ver zetten en ons verliezen. Integendeel, we’re in the zone.