Meer dan welkome zelfreflectie op ‘Marigold’ van Pinegrove

door Michelle Geerardyn

Tot 21 november 2017 was Pinegrove een zachte verademing in de vaak stereotype mannelijke muziekmiddens. Interacties tussen de buitenwereld en gevoelsbeleving werden beschreven met lyrische lenigheid en de gitaarriedels waren uiterst neurievriendelijk. Maar in het midden van de #metoo-golf kwam er het statement van frontman Evan Stephans Hall. Ik weet het, ik weet het ‘not all men’ en zo. Maar dat was hierna toch extra moeilijk te internaliseren. Zélfs Evan Hall? De omstandigheden van de beschuldigingen waren vaag en het was ingewikkeld om het een plaats te geven als fan. De kunst los zien van de kunstenaar heeft voor mij persoonlijk nooit gewerkt. Naar ‘Skylight’ luisteren – een album dat al af was ten tijde van de beschuldigingen en waarvan de release uitgesteld werd – heb ik heel lang niet kunnen doen. ‘Marigold’ is het eerste creatieve maaksel los van het voorval en dat opent de weg naar vergiffenis.

Allereerst lijkt het energieniveau nog niet op peil te zijn gedurende ‘Marigold’. Hier geen powertrio zoals ‘Old friends’, ‘Cadmium’ en ‘Aphasia’ op ‘Cardinal’. Deze jongste worp kruipt minder consequent onder je vel dan ‘Skylight’ en gaat soms wat verloren in eenvormigheid. Gelukkig is een matig Pinegrove-album nog altijd beter dan het gemiddelde.

Er werd niet gesleuteld aan de vuistregel van de band. Ze lokken de aandacht met slagzinnen als “I’m scared to know but I need to know” in het heerlijke ‘Moment’ of het tergende “I wanna feel good” van ‘No drugs’. Het zijn zinnen die net als horoscopen generisch genoeg zijn om voor iedereen toepasselijk te zijn, en tegelijkertijd blijven hangen. Ze zorgen voor een hoog anthem-gehalte, al zijn het net die emotionele uitweidingen die meerwaardezoekers zoet weten te houden tot het einde. Zo weten ze zich weer te onderscheiden van gratuite hitmakerij.

Het album is – zij het in heel zuinige hoeveelheden – doorspekt met voorzichtige hoop. Opener ‘Dotted lines’ is geruststellend met de woorden “I don’t know how but I’m thinking it’ll all work out” en er wordt gretig uitgekeken naar een verlossende toekomst tijdens ‘Hairpin’. Ook instrumentaal wordt het hoofd hoog gehouden met de gitaarjingle van ‘Moment’ die dagenlang blijft narinkelen. Uiteraard wordt dit alles veilig uitgebalanceerd door licht onrustwekkende taferelen die terugval doet vermoeden in ‘No drugs’. 

We kunnen weer naar Pinegrove luisteren. Hall heeft tijd genomen, professionele hulp gezocht en luisterde daarbij naar wat een slachtoffer wilde. Zijn zelfreflectie over de machtspositie die hij bekleedt, is een dankbaar voorbeeld voor hoe vooruitgang er kan uitzien. Het heeft weinig zin om mensen die hun fouten inzien en er iets aan doen te blijven veroordelen. Want als dat geen goed begin is, wat willen we dan wel na zo’n situaties? De plot twist in ‘Endless’ van uitzichtloosheid naar dankbaarheid om kleine zaken, kan een goeie metafoor zijn. En een uitnodiging om eindeloos vals te blijven meekwelen.